Understanding evidencebased coaching through the analysis of coaching psychology research methodology

59 belangrijke vragen over Understanding evidencebased coaching through the analysis of coaching psychology research methodology

Wat heeft de literatuurstudie van Grant (2001) bijgedragen aan coaching?

Grant (2001) benadrukte het belang van psychologische principes in coaching, wat leidde tot aandacht voor evidence-based coachingpraktijk. Dit vormde een basis voor het ontwikkelen van wetenschappelijk onderbouwde coachingmethoden.

Wat zijn de vier informatiebronnen van *Evidence-Based Practice* (EBP)?

Het besluitvormingsproces van EBP maakt gebruik van:
  1. Expertise van de coach
  2. Context-specifiek bewijs
  3. Kritische evaluatie van bestaand onderzoek
  4. Perspectieven van belanghebbenden

Hoe beschrijven Briner & Rousseau (2011) *Evidence-Based Practice*?

EBP wordt geclassificeerd als een actief proces waarbij:
  • Praktijk en onderzoek worden gecombineerd
  • Systematische reviews (SR) worden gebruikt om kennis te bundelen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de hiërarchie van bewijs in *Evidence-Based Practice*?

In de hiërarchie van bewijs staan bovenaan:
  1. Systematische reviews
  2. Gerandomiseerde gecontroleerde trials (RCT’s)
Lager in de hiërarchie zijn methoden zoals case studies en surveys.

Wat maakt coaching een multidisciplinaire interventie?

Coaching combineert inzichten uit diverse disciplines, waaronder:
  • Management
  • Psychologie
  • Filosofie
  • Volwasseneneducatie
Deze diversiteit bemoeilijkt een uniforme evidence-based methode.

Wat zijn de dilemma's bij *evidence-based coaching*?

Belangrijke dilemma's zijn:
  1. Coaching is multidisciplinair
  2. Verschillende onderzoeksmethoden: Kwalitatief versus kwantitatief
  3. Complexiteit van coachingcontexten: Diverse belangen en moeilijk kwantificeerbare uitkomsten

Wat zijn de belangrijkste resultaten van de semi-systematische review van coachingpsychologie van 2011–2016?

  • 140 studies geanalyseerd uit 3 databases.
  • 64% gepubliceerd in psychologie-georiënteerde tijdschriften.
  • Onderzoeksmethoden:
1. 14 RCT’s
  1. 13 tussen-subject studies
  2. 7 binnen-subject studies
  3. 61 kwalitatieve studies
  • Meest onderzochte coachingmodellen:
  • - COGNITIEVE GEDRAGSCOACHING (CBC)
  • - SOLUTION-FOCUSED COACHING (SF)
  • - STRENGTH-BASED COACHING

Hoe ontwikkelen de twee systematische reviews zich vergeleken met elkaar?

  • Aantal studies per jaar steeg met 30% tussen 2011 en 2016.
  • Toename gebruik van RCT’s en kwantitatieve methodologieën (23% naar 31%).
  • Groei in onderzoek naar coach-coachee interactie en procesfactoren.
  • Psychologie heeft een steeds grotere rol in coachingonderzoek.

Welke rol speelt psychologie in coaching?

  • Biedt een theoretische en wetenschappelijke basis voor coaching.
  • Helpt coaches bij:
1. Identificeren van mentale gezondheidsproblemen bij coachees.
  1. Verbeteren van de coach-cliëntrelatie.
  2. Onderbouwen van effectieve coachingtechnieken.
- 25-50% van coachees kan mentale gezondheidsproblemen hebben, wat psychologische expertise essentieel maakt.

Wat zijn de voortgangen en uitdagingen binnen evidence-based coaching?

- Vooruitgang:
  1. Kwaliteit van coachingonderzoek is verbeterd.
  2. Meer systematische reviews en RCT’s.
  3. Groeiende erkenning van psychologie binnen coaching.
- Uitdagingen:
  1. Coaching is moeilijk meetbaar door diversiteit aan methodes en contexten.
  2. Aantal RCT’s blijft laag vergeleken met andere hulpinterventies.
  3. Coachingonderzoek moet zich ontwikkelen naar meer gestandaardiseerde methodologieën.

Wat zijn enkele discussiepunten over coachingonderzoek?

  • Hoe beoordeel je de kwaliteit van coachingonderzoek voor toepassing in de praktijk?
  • Is een systematische review de beste methode om coachingonderzoek te evalueren?
  • Waarom is onderzoeksmethodologie belangrijk voor evidence-based coaching?
  • Waarom is er in recent onderzoek meer focus op de coachingrelatie en procesfactoren?

Waarom is psychologische kennis belangrijk in 'evidence-based' coaching volgens Anthony Grant?

Gebruik van psychologische kennis is cruciaal omdat:
  1. Het een theoretisch onderbouwde wetenschap is.
  2. Coaches met psychologie-opleiding kunnen wetenschappelijke theorieën toepassen.
  3. Deze kennis helpt bij het herkennen van geestelijke problemen.
  4. Coaches moeten hun grenzen kennen voor tijdige doorverwijzing.

Welke rol speelt de academische studie van psychologie voor coaches?

Psychologie als erkende studie helpt coaches door:
  1. De toepassing van evidence en wetenschappelijke theorieën.
  2. Het maken van verantwoorde keuzes tussen coachingstechnieken.
  3. Een beter inzicht in gedragsprocessen en menselijke verandering.

Hoe kan psychologische kennis coaches helpen bij coachees met geestelijke problematiek?

Psychologische kennis is nuttig omdat:
  1. Coaches tijdig klinisch relevante problemen kunnen herkennen.
  2. Doorverwijzing naar hulpverleners mogelijk wordt.
  3. Coaches inzicht krijgen in psychologische processen van coachees.

Waarom is bewustzijn van psychische problemen belangrijk voor coaches?

Bewustzijn van psychische problemen is belangrijk omdat:
  1. Coaches problemen kunnen signaleren voordat ze escaleren.
  2. Het helpt bij het weten van hun eigen grenzen.
  3. Dit biedt de mogelijkheid tot tijdige en adequate doorverwijzing.

Wat omvat 'evidence-based practice' in het besluitvormingsproces?

Dit besluitvormingsproces omvat:
  1. Zorgvuldig gebruik van het beste bewijs dat beschikbaar is.
  2. Integratie van individuele expertise met resultaten uit systematisch onderzoek.
  3. Samen beslissingen nemen met coachees om de kwaliteit van coaching te verbeteren.

Welke drie algemene kenmerken van 'evidence-based practice' werden geïdentificeerd door Briner en Rousseau?

De kenmerken zijn:
  1. Integratie van eigen expertise met onderzoeksresultaten.
  2. Actief proces om de best beschikbare informatie te verkrijgen.
  3. Gebruik van systematische reviews voor beoordelingsinformatie.

Wat vereist de internationale ethische code volgens de NOBCO van coaches?

Volgens de ethische code moet een coach:
  1. Werken binnen de grenzen van zijn competentie.
  2. Indien nodig, verwijzen naar een meer ervaren of geschikt lid.
  3. Duidelijkheid geven over wanneer er sprake is van coaching of therapie.

Wat zijn de redenen waarom het moeilijk is om aan de eisen van evidence-based practice te voldoen binnen coaching?

  • Aard van coachingsinterventies leidt tot diversiteit in disciplines (management, onderwijs, filosofie, psychologie).
  • Persoonlijke ontwikkeling en prestaties zijn belangrijke uitkomstmaten.
  • Moeilijkheid om relevante evidentie te integreren door variatie in interventies en uitkomstmaten.
  • Weinig gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken, wat leidt tot scepticisme over effectiviteit.
  • Gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken zijn minder geschikt voor proces- en betekenisonderzoek.
  • Coaching is complexer dan andere interventies, waardoor kwalitatieve methoden vaak makkelijker zijn.
  • Desondanks zijn er vooruitgangen en veelbelovende onderzoeken in coaching.

Welke disciplines vallen vaak onder coaching?

- Coaching omvat diverse disciplines:
  1. Management
  2. Onderwijs/adult learning
  3. Filosofie
  4. Psychologie

Wat zijn de belangrijke uitkomstmaten in coaching?

- De uitkomstmaten die belangrijk zijn, zijn:
  1. Persoonlijke ontwikkeling
  2. Prestaties/productiviteit binnen organisaties
- Beide benadrukken gedragsverandering bij de coachee.

Wat maakt het moeilijk om gebruik te maken van gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken in coaching?

- Gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken zijn moeilijk te gebruiken omdat:
  1. Coaching is complexer dan vergelijkbare interventies.
  2. Dialogen en interactie zijn essentieel in het proces.

Waarom zijn kwalitatieve onderzoeksmethoden vaker toepasbaar in coaching?

- Kwalitatieve methoden zijn geschikter omdat:
  1. Ze de specifieke processen en betekenissen beter kunnen onderzoeken.
  2. Coaching draait om interactie tussen coach en coachee.

Wat is de status van het onderzoek naar coaching?

- Er wordt vooruitgang geboekt in het onderzoek, met:
  1. Steeds meer veelbelovende onderzoeken.
  2. Toegenomen inzicht in coachingseffectiviteit.

Wat is de status van gerandomiseerd onderzoek met een controlegroep in de context van coaching?

Er zijn weinig RCT’s bij coaching, ondanks het feit dat ze als de gouden standaard worden beschouwd. Complexiteit in de praktijk maakt uitvoering lastig, maar niet onmogelijk.

Wat zijn mogelijke redenen waarom RCT’s moeilijk uitvoerbaar zijn in coaching?

  • Praktische uitvoering is uitdagend
  • Bedrijven willen geen wachtgroepen of placebogroepen
  • Snelle resultaten worden verwacht door opdrachtgevers

Hoeveel RCT’s zijn opgenomen in de review van Grover en Furnham (2016)?

Van de 18 geïncludeerde studies in de review zijn er slechts 8 RCT’s opgenomen. Dit benadrukt de beperkte toepassing van RCT’s in coachingsonderzoek.

Waarom zou werkgerelateerde coaching wellicht minder geschikt zijn voor RCT's?

  • Opdrachtgevers willen geen lange wachttijden
  • Vermijden van placebogroepen is een voorkeur
  • Druk om directe resultaten te leveren is groter

Wat was het hoofddoel van de meta-analyse van Theeboom en collega’s (2014) en welke uitkomstmaten zijn onderzocht?

  • Het doel was inzicht geven in effecten van coaching.
  • Onderzochte uitkomstmaten:
1. prestaties/vaardigheden
  1. welbevinden
  2. coping
  3. attitudes
  4. zelfregulatie

Wat kunnen we concluderen over het aantal coachingssessies op basis van de resultaten van de meta-analyse van Theeboom en collega’s?

  • Groter aantal sessies lijkt nuttig voor:
  • - coping
  • - zelfregulatie
  • Omgekeerde patroon voor:
  • - attitudes
  • - prestaties/vaardigheden
  • Aantal sessies is niet gerelateerd aan effectiviteit.

Welke significante positieve effecten werden gezien voor de verschillende uitkomstmaten in de meta-analyse?

- Significante positieve effecten:
  1. Prestaties/vaardigheden (g = 0,60)
  2. Welbevinden (g = 0,46)
  3. Coping (g = 0,43)
  4. Attitudes (g = 0,54)
  5. Zelfregulatie (g = 0,74)

Welke uitkomstmaat had een effectgrootte met de waarde g = 0,54?

  • De uitkomstmaat met effectgrootte g = 0,54 betreft:
  • - attitudes, wat wijst op een positieve impact van coaching.

Wat zijn enkele beperkingen van hedendaags onderzoek naar coaching volgens Grover en Furnham (2016)?

Beperkingen zijn:
1. Kwantitatief versus kwalitatief onderzoe

Hoe kan kwalitatief onderzoek nuttig zijn in coachingonderzoek?

Kwalitatief onderzoek biedt:
  1. Unieke inzichten in complexe fenomenen.
  2. Richting voor kwantitatief onderzoek.
  3. Het beste gebruik in de beginfase van een studie.
  4. Het ondersteunt volledig niet het huidige onderzoeksveld dat meer gerandomiseerd gecontroleerde studies nodig heeft.

Wat is een belangrijke bedreiging in correlatie en cross-sectionele studies?

Belangrijke bedreigingen zijn:
  1. Causale uitspraken kunnen niet worden gedaan.
  2. Vertekening door deelnemers’ herinneringen.
  3. Deelnemers kunnen coaching als succesvol markeren om de onderzoeker tevreden te stellen.
  4. Effecten kunnen worden overschat door cognitieve dissonantie vanwege de hoge kosten en inspanning.

Wat stellen Grover en Furnham als een oplossing voor de methodologische problemen in onderzoek naar coaching?

Oplossingen zijn:
  1. Strenger methodologisch onderzoek voor toekomstige studies.
  2. Onderzoekers moeten objectieve meetinstrumenten gebruiken.
  3. Kwalitatief onderzoek kan advies geven, maar kwantitatief onderzoek moet prevaleren.
  4. Ervoor zorgen dat abstracties van coaching effectief onderzocht worden.

Wat zijn de gevolgen van het gebrek aan longitudinaal onderzoek in coaching?

Gevolgen zijn:
  1. Beperkt inzicht in de lange termijn effecten van coaching.
  2. Moeilijkheden bij het uitvoeren van kosten-batenanalyses.
  3. Onvoldoende gegevens over de effectiviteit van interventies.
  4. Nodig zijn meer longitudinale studies voor toekomstig onderzoek.

Waarom zijn zelfrapportages belangrijk in coachingonderzoek?

Zelfrapportages blijven belangrijk omdat ze:
  1. Inzicht geven in de impact van coaching op prestaties.
  2. Onderzoekers helpen de ervaringen van coachees te begrijpen.
  3. Ondanks beperkingen toch waardevol blijven in de evaluatie.
  4. Vergelijkingen met externe rapportages kunnen leiden tot verbeteringen.

Wat wordt vaak over het hoofd gezien bij studies die coaching combineren met andere interventies?

Bij gecombineerde interventies over het hoofd gezien:
  1. Moeilijkheid om specifieke effecten van coaching te isoleren.
  2. Onderzoekers moeten zich hiervan bewust zijn in hun effectiviteitsuitspraken.
  3. Dit kan leiden tot verwarring tussen interventies.
  4. Nood aan heldere onderzoeksmethoden om resultaten te toetsen.

Wat zijn de uitdagingen van correlatie- en cross-sectionele studies volgens Grover en Furnham?

Uitdagingen zijn:
  1. Geen causaliteitsclaims mogelijk.
  2. Vertekening door deelnemers’ verwachtingspatronen.
  3. Relaties kunnen worden beïnvloed door externe factoren.
  4. Belangen van deelnemers kunnen rapportage beïnvloeden, zoals zelfevaluatie.

Hoe kunnen toekomstige studies effectiever zijn in het coachingsonderzoek?

Toekomstige studies kunnen effectiever zijn door:
  1. Meer gerandomiseerde gecontroleerde studies uit te voeren.
  2. Gebruik maken van objectieve leerinstrumenten.
  3. Een focus te hebben op longitudinaal onderzoek.
  4. Meer methodologische consistentie in onderzoeksopzetten.

Welke aspecten moeten verder onderzocht worden in coaching?

Onderzoek moet zich richten op:
  1. Culturele verschillen in effectiviteit.
  2. Groepsverschillen zoals geslacht en leeftijd.
  3. Alternatieve onderzoeksmethoden zoals video-coaching en gedragsobservatie.

Wat zijn enkele innovatieve onderzoeksmethoden voor coaching?

Er zijn verschillende mogelijke innovatieve methoden:
  1. Gebruik van video-coaching.
  2. Observeren van gedrag in real-time.
  3. Toepassing van neuro-imagingtechnieken.

Wat is de huidige status van onderzoek naar neurowetenschappen in coaching?

De neurowetenschappen zijn:
  1. Sterk in opkomst.
  2. Voorlopig zijn er geen studies specifiek over coaching en neurowetenschappen.
  3. Toekomstige mogelijkheid van onderzoeksontwikkeling in dit gebied.

Welke factoren zijn volgens Bozer en Jones (2018) van invloed op de effectiviteit van coaching?

De zeven factoren zijn:
  1. Zelf-effectiviteit: verhoogt doelen en volharding
  2. Coachingsmotivatie: investering in het coachingstraject
  3. Doeloriëntatie: leert doelen zijn cruciaal voor prestaties
  4. Vertrouwen: kwetsbaarheid in de relatie bevordert samenwerking
  5. Interpersoonlijke aantrekkingskracht: goede match zorgt voor positieve start
  6. Feedbackinterventie: centrale rol van feedback voor groei
  7. Ondersteuning van leidinggevende: versterkt waarde en inspanning in coaching

Wat betekent een hoge zelf-effectiviteit voor coachees?

Coachees met een hoge zelf-effectiviteit:
  1. Stellen uitdagendere doelen
  2. Geloven in hun vermogen om deze doelen te bereiken
  3. Volharden bij obstakels
  4. Zijn intern gemotiveerd
  5. Tonen focus en doorzettingsvermogen

Waarom is coachingsmotivatie belangrijk voor het succes van coaching?

Zonder voldoende motivatie:
  1. Is het onwaarschijnlijk dat coaching effect heeft
  2. Investeren coachees niet in het traject
  3. Blijven beoogde veranderingen mogelijk uit
  4. Ontstaat er geen duurzame ontwikkeling na coaching

Hoe beïnvloedt doeloriëntatie de coachingresultaten?

Een leerdoeloriëntatie leidt tot:
  1. Hogere motivatie en inzet
  2. Betere prestaties
  3. Positieve resultaten in coaching
  4. De overtuiging dat verandering mogelijk is

Wat is de rol van vertrouwen in de coachingsrelatie?

Vertrouwen in de relatie helpt:
  1. Coachees zich kwetsbaar en transparant op te stellen
  2. Het delen van gevoelige informatie
  3. Het bevorderen van een sterke coach-coachee-connectie
  4. Belangrijke inzichten voor het coachingstraject onthullen

Hoe kan interpersoonlijke aantrekkingskracht de coachingsrelatie beïnvloeden?

Interpersoonlijke aantrekkingskracht heeft invloed door:
  1. Goede match in de beginfase
  2. Minder belangrijk worden later in het traject
  3. Mogelijk slechtere resultaten bij gelijkenis
  4. Uitdagingen bieden door verschil in perspectief

Wat is de centrale rol van feedbackinterventie in coaching?

Feedbackinterventie omvat:
  1. Gebruik van data uit diverse bronnen
  2. Verhogen van bewustzijn bij coachees
  3. Helpen bij doelstelling opstellen
  4. Formuleren van een persoonlijk ontwikkelingsplan

Hoe versterkt de ondersteuning van leidinggevende het coachingproces?

Ondersteuning van de leidinggevende leidt tot:
  1. Versterking van de waargenomen waarde van coaching
  2. Verhoging van de ontwikkelingsinspanningen van coachees
  3. Verbetering van de effectiviteit van het coachingstraject
  4. Duurzamere veranderingen in gedrag

Welke invloed heeft feedback op de coachee volgens Bozer en Jones (2018)?

Feedback beïnvloedt de coachee door:
  1. Inzicht in gedragingen van de coachee
  2. Positieve impact op relaties in de organisatie
  3. Aansporen tot zelfreflectie
  4. Helpen bij de formulering van ontwikkelingsplannen

Wat zijn de belangrijkste suggesties van Bozer en Jones (2018) voor verbetering van toekomstig onderzoek naar coaching?

Ze adviseren om:
  1. De unieke bijdrage van coaching te vergelijken met andere interventies.
  2. Onderzoeken hoe factoren elkaar beïnvloeden tijdens een coachingsinterventie.
  3. De interactie tussen factoren in een coachingscontext te verkennen.
  4. De invloed van factoren te analyseren met goed onderbouwde theoretische kaders.
  5. Reflectie en doelen meer centraal te stellen in de studies.

Wat ontbreekt er in de literatuur volgens Bozer en Jones (2018) met betrekking tot coaching?

Er zijn geen studies die:
  1. De directe invloed van reflectie op coachingsresultaten hebben onderzocht.
  2. De impact van het stellen van doelen op de effectiviteit van coaching hebben geëvalueerd.
Deze leemte wordt gezien als een belangrijke tekortkoming.

Waarom wordt het onderzoek naar vertrouwen als van lage kwaliteit beoordeeld volgens Bozer en Jones (2018)?

De beoordeling is laag omdat:
  1. Meeste studies een duidelijk theoretisch kader missen.
  2. Resultaten inconsistent zijn wat leidt tot twijfels over de kwaliteit.

Wat wordt er gezegd over het onderzoek naar feedback in de review van Bozer en Jones (2018)?

Het onderzoek naar feedback heeft een lage kwaliteit score omdat:
  1. Het indirect is.
  2. Er geen duidelijke conclusies kunnen worden getrokken.

Hoe wordt de steun van leidinggevenden beoordeeld in de review van Bozer en Jones (2018)?

Deze factor heeft een relatief lage kwaliteitsscore omdat:
  1. Er weinig onderzoek naar bestaat in de coachingsliteratuur.
  2. Er een gebrek aan bewijs is voor de effectiviteit.

Waarom is het belangrijk om verschillende uitkomstmaten te gebruiken in onderzoek naar coaching?

Het gebruik van verschillende uitkomstmaten is belangrijk omdat:
  1. De invloed van factoren sterk afhankelijk is van de gekozen uitkomstmaat.
  2. Dit de geldigheid van de onderzoeksresultaten beïnvloedt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo