IV veel deeltjes en grote deeltjes, maar grote verdeling dus ook veel kleine deeltjes. Er
9 belangrijke vragen over IV veel deeltjes en grote deeltjes, maar grote verdeling dus ook veel kleine deeltjes. Er
Wat onthult de afbeelding over de karakteristieken van kleine en grote deeltjes in een laserexperiment?
- Kleine deeltjes:
- - Weinig verdeling, veel deeltjes.
- - Gescatterd lichtintensiteit vertoont veel fluctuaties.
- Grote deeltjes:
- - Minder deeltjes, grotere verdeling.
- - Gescatterd lichtintensiteit is stabieler.
- Beide resulteren in unieke correlatiefuncties en grootteverdelingen.
Wat is het doel van circulair dichroïsme in de studie van eiwitten?
- Bepalen eiwitstabiliteit.
- Beoordelen secundaire en quarternaire structuren.
- Detecteren verschillen in links- en rechtsdraaiend licht.
- Vergelijken met referenties om vervorming te identificeren.
- Stabiliteit meten via UV-Vis (voor aggregaten) en fluorescentie (voor ontvouwen).
Hoe werkt Dot Blotting en wat is het doel?
- Kwaliteit en aanwezigheid van eiwit, niet intensiteit.
- Vergelijking van monsters met referenties en dierlijke cellen.
- Gebruik van antilichamen, zoals hyaluronidase.
- Binding aan geconserveerde domeinen, die in alle dieren voorkomen.
- MS is een betrouwbaarder alternatief voor kwaliteit.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat toont de grafiek over secundaire structuren van eiwitten aan?
- Alfa helix-structuur bij bepaalde golflengten.
- Beta sheet-structuur bij andere golflengten.
- Random coil-structuur variatie.
- Verschillen in golflengten helpen bij het identificeren van secundaire structuren van eiwitten.
Hoe werkt de antilichaam detectiemethode op membranen met blokkering en kleuring?
- Membranen worden geblokkeerd met een buffer (BSA) om niet-specifieke binding te voorkomen.
- Toepassing van het primaire antilichaam dat zich bindt aan het enzym hyaluronidase.
- Een secundair antilichaam (detectiemolecuul) veroorzaakt kleur nadat het monster is gewassen.
- Posities: Rechtsboven is HEK293 (hamster), rechtsonder SMA560 (muis), midden referentie (hyaluronidase), links eigen serie.
Wat kan massaspectrometrie (MS) ons vertellen over eiwitten?
- Primaire structuurbepaling door MS.
- Differentiële expressie: Verschil in eiwitniveaus tussen cellen.
- Temporale dynamiek: Expressieprofiel in de tijd.
- Beoordeling van PTM’s zoals fosforylatie en glycosylatie.
- Degradatieprocessen inclusief oxidatie en racemisatie.
- Analyse door HPLC scheiding op massa/lading verhouding.
Wat zijn de verschillen in massaspectra tussen natieve en gedenatureerde eiwitten?
- Natieve MS toont vaak een kleinere oplading (bijv. 12+) dan gedenatureerde MS (bijv. 32+).
- Natieve MS bewaart de massa-eenheid en conformatie van het hele eiwit, wat resulteert in minder pieken.
- Bij gedenatureerde eiwitten is er een verlies aan conformatie, wat leidt tot een wijziging in ladingtoestanden en meer variatie in het MS spectrum.
- Het verschil in spectra komt niet door een andere aminozuursequentie, maar door verschillen in structuur en ladingstoestanden.
Wat zijn de kritische vrijgave-eisen voor eiwitten?
- Steriliteit
- Activiteit
- Multimeren en aggregaten: slechts een bepaald percentage toegestaan
- Identiteit: vooral door massaspectrometrie, sequentie en PTM’s zoals glycosylatie
- Batch to batch variatie: elke batch moet qua gehalte overeenkomen, met een acceptabel afwijkend percentage
Welke databases kunnen gebruikt worden om structuur en kenmerken van eiwitten te vinden?
- www.rcsb.org/pdb
- www.uniprot.org
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















