Samenvatting Ontwerpmethodiek Deel2

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van samenvatting ontwerpmethodiek deel2

• 3 1.1.1 Conceptuele elementen van de vorm

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe bepaalt de oriëntatie van een lijn haar karakter en balans?

  • Oriëntatie beïnvloedt rust en evenwicht:
  • - Horizontaal: stabiliteit, horizon, rust
  • - Verticaal: evenwicht, aantrekkingskracht aarde
  • - Schuin: dynamisch, ongebalanceerd, beweging

• Wat omvat ruimte en tijd in 4D?

  • Combineert ruimte en tijd in 4D.
  • Herhaling in tijd is mogelijk.
  • Niet mogelijk terug te keren in de tijd door materiaalverwering.
  • Tijdsduur voorbeelden: ijs dat smelt, tijdstip, verschijnsel, tijdsopname.

• Wat zijn de kenmerken van een vlak in 2D?

  • Heeft lengte en breedte, maar geen diepte: 2D
  • Beweegt als een lijn, tegengesteld aan lengterichting

• Wat zijn de eigenschappen en functies van een Ø PUNT (0D)?

  • Geen dimensies: geen lengte, breedte, diepte.
  • Richtingloos en statisch.
  • Functies:

  1. Duidt de uiteinden van een lijn aan.
  

  1. Kruising van lijnen.
  2. Accentueert hoeken in een vlak of volume.
  3. Bepalen van het middelpunt van een veld.
  4. Creëert spanning of rust.

• Wat zijn de kenmerken en functies van een lijn in een 1D context?

  • Beschrijft een pad: niet-statisch, punt in beweging.
  • Functies:
  • - Verbinden, linken
  • - Ondersteunen
  • - Omgeven
  • - Scheiden
  • Karakter: Contouren, lengte-herhalingen, lengte-breedte verhoudingen.
  • Oriëntatie:
  • - Horizontaal: stabiliteit, rust.
  • - Verticaal: evenwicht, houding.
  • - Schuin: dynamisch, beweging.

• Wat zijn de kenmerken van een 3D-volume?

  • Bestaat uit lengte, breedte en diepte.
  • Een vlak kan bewegen tegenover zijn eigen richting.
  • Bevat punten waar verschillende vlakken samenkomen.
  • Lijnen of hoeken waar twee vlakken samenkomen.
  • Vlakken of oppervlaktes die de grenzen afbakenen.
  • Kan massa (ruimte-innemend) of leegte (ruimte-omschrijvend) zijn.

• Hoe worden ruimte en tijd gecombineerd tot 4D?

  • Combineert ruimte en tijd.
  • Herhaling of verloop in de tijd.
  • Onomkeerbaarheid door materiaalverwering.
  • Tijdsduur zoals smeltend ijs of tijdsopnames.

• 4 1.1.2 Visuele elementen van de vorm

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke elementen bepalen de kwaliteit van de ruimte volgens de ontwerper?

  • Omtrek is essentieel voor waarneming.
  • In 2D: dezelfde omtrek.
  • In 3D: variabele omtrekken.
  • Vlakke vormen worden onderscheiden in:

  1. Geometrisch: mathematisch geconstrueerd.
  

  1. Organisch: grenzen suggereren groei.
  2. Rectilineair: rechte lijnen, niet mathematisch.
  3. Onregelmatig: rechte en gebogen lijnen.
  4. Handmatig: bv. kalligrafie.
  5. Ongelukje: bv. vlek.

• Wat zijn de fysieke dimensies die afmeting beschrijven?

  De dimensies omvatten:
  

  1. Lengte
  2. Breedte
  3. Diepte

• Hoe wordt schaal bepaald in relatie tot afmetingen?

  Schaal is te definiëren door:
  

  1. Relatie tot andere vormen
  2. Context waarin de vorm zich bevindt
  3. De mens als een belangrijk schalend element