Startpagina / Samenvattingen / Sociologie & psychologie VMS / territorium-anaal-musculaire-peuterfase

De ontwikkeling - DE THEORIE VAN ERIKSON - Fase 2: de anaal-musculaire fase

5 belangrijke vragen over De ontwikkeling - DE THEORIE VAN ERIKSON - Fase 2: de anaal-musculaire fase

Wat veranderd er in deze fase waarop de aandacht ligt bij de sluitspier?

In het begin van de peutertijd heeft het kind nog helemaal geen controle over zijn sluitspier, dan is het op het einde van deze fase in staat om controle te hebben over de stoelgang.
Dit is een belangrijke gebeurtenis voor de omgeving, waarvoor men enthousiast gaat supporteren.

De peuterfase is een periode met strijd om het eigen territorium. Wat betekent dit?

Het kleinste territorium is het lichaam en het kind wil ook baas zijn over zijn eigen lichaam. Dit is belangrijk.

Hoe kan je merken dat het territorium, baas over zijn eigen lichaam van de peuter?

- jaloers worden
- vaak 'nee' zeggen
- ze willen geen hulp hebben

Welke positieve pool kenmerkt de anaal-musculaire fase?

De peuter wil zijn territorium steeds verder uitbreiden over zijn bedje, park, speelhoek, woning,...
Alle aanziet hij als zijn territorium.
Hij vecht om autonomie/zelfstandigheid, zelf bepalen wat er gebeurt.

Welke negatieve pool kenmerkt de anaal-musculaire fase?

De spanningsfasen tussen aantrekking en afstoten kunnen aanleiding geven tot heel wat gevoelens van schaamte en twijfel aan zichzelf.
Zich aanpassen aan de sociale regels zonder schaamte of twijfel te voelen is een belangrijke uitdaging in dit stadium.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal: