Sturing en stofwisseling(2025)

45 belangrijke vragen over Sturing en stofwisseling(2025)

Wat is de rol van het corpus luteum na de eisprong?

  • Het corpus luteum ontstaat na de eisprong uit follikelweefsel.
  • Het vormt gele kleur door bloedafbraakproducten.
  • Corpus luteum gravidum ontwikkelt bij zwangerschap.
  • Geen bevruchting leidt tot corpus albicans.
  • Produceert hormonen voor voortplanting.

Hoe functioneren trilhaarcellen in de tuba uterina?

  • Trilhaarcellen in tuba uterina bewegen eicellen naar de uterus.
  • Dit gebeurt via een vloeistofstroom.
  • Einde van tuba is bedekt met fimbriae.
  • Fimbriae begeleiden eicellen naar de peritoneaal holte.
  • Ampulla en infundibulum zijn cruciale delen in eiceltransport.

Wat is de functie van het myometrium in de baarmoeder?

  • Het myometrium is de spierlaag van de baarmoeder.
  • Omvat het grootste deel van de uteriene wand.
  • Perimetrium is de buitenste laag.
  • Zowel de spieren als de structuur spelen een essentiële rol in geboorteproces.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Beschrijf de anatomie van de testes en omliggende structuren bij de man.

  • Testes zijn intraperitoneaal, ontstaan als een uitstulping van de buikwand.
  • Omliggende spierlagen: m. obliquus abdominis externus, internus, m. transversus abdominis.
  • Buitenste laag: fascia spermatica externa.
  • Binnen de testes: tunica albuginea, onder de huid.
  • Plexus pampiniformis: warmte van de arteria testicularis.
  • Ductuli efferentes verbinden de testes met urethra.

Beschrijf de rol van de epididymis, tubuli seminiferi en sertolicellen in de spermatogenese en immuniteit.

  • Epididymis: Hier leren spermatozoën zwemmen en bevruchten.
  • Tubuli seminiferi: Vorming van spermatozoën in lobuli.
  • Sertolicellen: Vorming bloed-testis-barrière; bescherming tegen immuunsysteem.
  • Immuunsysteem: Herkent sperma niet, voorkomt afbraak.
  • Mediastinum testis: Verbindt tubuli seminiferi.
  • Leydig cellen: Produceren hormonen zoals testosteron en androgeen.

Wat is de normale lichaamstemperatuurregeling en de invloed van temperatuurschommelingen?

  • Normale temperatuur: Rond 37°C, schommeling van 6°C.
  • Gevaren: Onder 25°C dodelijk; bij 33°C kan coma ontstaan.
  • Dagelijkse variaties: Beroepsleven beïnvloedt temperatuur.
  • Omgevingstemperatuur: Lichaam past temperatuur aan.
  • Dagelijkse ritme: Hoogste temperatuur 's avonds, laagste vroeg in de ochtend.
  • Biochemische reacties: Omzetting suiker in ATP bij 40% efficiëntie tijdens spieractiviteit.

Welke mechanismen gebruikt het lichaam om warmte te verliezen?

  • Straling (radiation): Warmte verplaatst zich van warme naar koude plaatsen via vasodilatatie of vasoconstrictie.
  • Verdamping (evaporation): Zweten neemt toe bij hogere lichaamstemperaturen; moeilijker bij hoge luchtvochtigheid.
  • Uitademing: Verwarmde lucht verliest warmte tijdens uitademing.

Hoe regelt het lichaam de lichaamstemperatuur door middel van regelkringen?

  • Regelaar: Vergelijkt gemeten waarde met gewenste waarde.
  • Fout (E): Positief of negatief.
  • Sensor (thermoreceptoren): Meet temperatuur.
  • Vergelijkend element: Anterior hypothalamus.
  • Controller: Posterior hypothalamus stuurt acties naar spieren/bloedvaten.

Welke rol speelt bruin vet bij pasgeboren baby's?

  • Pasgeborenen behouden warmte door gebrek aan spiercontrole.
  • Bruin vet: Compensatiemiddel voor rillen; verdwijnt na ongeveer negen maanden.

Wat gebeurt er met de baarmoeder tijdens de zwangerschap en baring?

  • Niet-zwangere situatie: Baarmoeder is zo groot als een mandarijn.
  • Zwangerschap: Baarmoeder groeit tot grootte van een watermeloen.
  • Bestaande onderdelen: Uterus en cervix.
  • Eerste deel van de bevalling: Uterus in cervix staat en gesloten.
  • Later in baring: Cervix strekt zich uit en opent zich.

Wat zijn de drie fasen van de baring?

  1. Openen van de baarmoedermond.
  2. Uittreding van het kind: Duurt 1 tot 2 uur.
  3. Nageboorte: Placenta verlaat de baarmoeder.

Welke complicaties kunnen optreden bij een bevalling en hoe worden ze aangepakt?

  • Complicaties: Vaak in ziekenhuizen behandeld.
  • Inleiden van bevalling: Verloskundige kan bevalling stimuleren.
  • Ingrijpen bij complicaties: Keizersnede kan nodig zijn.

Wat betekent het als een vrouw "à terme" bevalt en hoe wordt dit onderscheiden van de post terme periode?

  • À terme bevalling: Vindt plaats tussen 37 en 42 weken (259-294 dagen).
  • Post terme periode: Bevalling na 42 weken.

Welke hormonen spelen een rol tijdens de zwangerschap en de bevalling?

Diverse hormonen beïnvloeden zwangerschap en bevalling:
  • Cortisol: Speelt een rol bij stress en bevalling.
  • Oestrogeen: Stijgt tijdens de zwangerschap.
  • Progesteron: Houdt gladde spierweefsel ontspannen, voorkomt zwangerschapskwaaltjes, draagt bij aan bekkenverweking.
  • Relaxine: Ondersteunt de bevalling.
  • Oxytocine: Gelinkt aan bevalling.
  • CRH en Prostaglandine: Belangrijk voor bevalling.
  • Catecholamine: Beïnvloedt bevalling.

Hoe wordt bepaald wanneer de bevalling begint en wat is de rol van de hormonen?

Hormonen bepalen de start van de bevalling:
  • Hypothalamus signaal: Leid tot oestrogeen stijging.
  • Cortisol afname: Progesteron en oestrogeen stijgen.
  • Uterus contractie: Gehele tijd actief, maar gesynchroniseerd aan het einde.
  • Prostaglandinen verhogen: Zorgt voor vaker contracties.
  • Braxton Hicks contracties: Onregelmatige oefeningen.

Wat is de invloed van prostaglandinen en veranderingen in de cervix tijdens de zwangerschap en bevalling?

Prostaglandinen en cervixveranderingen:
  • Collageenbundels: Worden beïnvloed door prostaglandinen voor cervixverweking.
  • Verstrijken baarmoedermond: Korter bij weeën.
  • Gap junctions: Verhogen door prostaglandinenactiviteit, wat uterussamentrekkingen bevordert.
  • Contractie amplitude: Waargenomen bij cervixverandering.

** Wat zijn de factoren die seksuele sturing beïnvloeden volgens de tekst?

**

Verschillende factoren beïnvloeden seksuele sturing:
  • Biopsychosociale aspect: niet alleen fysiologisch maar ook cultureel en tijdsgebonden.
  • Waarden en normen: beïnvloeden opvattingen en gedrag.
  • Seksuele scripts: structuur bij seksueel gedrag; opwinding en intimiteit.
  • Emotionele en fysiologische reacties: zoals verhoogde lichaamstemperatuur en erectie.
  • Psychosomatische cirkel: interactie lichaam en psyche, met invloed op orgasme.

Wat zijn de effecten van het autonome zenuwstelsel op seksuele opwinding?

Het autonome zenuwstelsel beïnvloedt seksuele opwinding bij vrouwen door:
  • Parasympathisch systeem: Verhoogde opwinding leidt tot erectie of lubricatie.
  • Sympathisch systeem: Contractie van glad spierweefsel, zoals de prostaat, wat leidt tot emissie.
  • Somatomotorische systeem: Verzorgt de contractie van bekkenbodemspieren, leidend tot expulsie of orgasme.

Hoe kunnen de verschillen in objectieve en subjectieve opwinding worden gemeten?

Verschillen in opwinding worden gemeten door:
  • Plethysmograaf: Meet vaginale puls amplitude (VPA) in vrouwen.
  • Barlow rekstrookje: Toegepast op mannen, geeft gelijke resultaten als plethysmograaf.
  • Objectieve opwinding: Verschil in lubricatie en zwelling.
  • Subjectieve opwinding: Bij vrouwen minder voorspelbaar.

Wat beïnvloedt de subjectieve respons op seksuele opwinding?

Subjectieve respons wordt beïnvloed door:
  • Langzame reactie: Vanuit sensorische thalamus naar amygdala.
  • Situatie en context: Essentieel voor opwinding.
  • Feedback: Mannen meer bewust van erectie, vrouwen afhankelijk van situatie en context.

Welke voorwaarden zijn nodig voor optimaal seksueel functioneren?

Optimale seksuele functie vereist:
  1. Intacte lichaamsfuncties: Gezond zenuwstelsel, vaten, neuro-endocrien systeem.
  2. Adequaat psychologisch functioneren: Belangrijk voor stimulatie.
  3. Geen baarmoederverwijdering: Kan VPA significant verminderen.

Wat is de rol van androgenen bij seksuele opwinding?

Androgenen zijn van cruciaal belang:
  • Minimale concentratie: Nodig voor verlangen.
  • Lagere niveaus bij vrouwen: Ontstaat na ovariëctomie.
  • Hormoontherapie: Weinig effect op vrouwen zonder ovariumverwijdering.

Wat is een fysiologisch feedbacksysteem en hoe worden modellen betrokken?

  • Feedbacksystemen gebruiken modellen voor reproducties.
  • Een model is een ideaal voorbeeld van werkelijkheid.
  • Negatieve feedback wordt gebruikt bij temperatuurregeling.
  • Modellen vormen een wiskundige beschrijving.
  • De gulden snede is een natuurlijk model.
  • Reeks van Fibonacci is een voorbeeld van de gulden snede.

Wat is het verschil tussen een model, experiment en simulatie?

  • Een model is een wiskundige representatie van de werkelijkheid gebaseerd op aannames.
  • Experimenten valideren hypotheses maar kosten tijd en zijn soms complex.
  • Simulaties geven onzekerdere resultaten en comprimeren tijd en ruimte.
  • Experimenten en simulaties combineren inzicht en validatie.
  • Valideren geeft inzicht in dynamische complexiteit.

Hoe wordt de duur van een zwangerschap berekend en welke invloed heeft de lengte van de menstruatiecyclus hierop?

Zwangerschapsduur begint vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie. Hoewel men meestal op 40 weken rekent:
  • Bij een cyclus van 28 dagen geeft dit 9 maanden plus een week.
  • Langere cycli voegen extra dagen toe, kortere cycli verminderen dagen.
  • De echo helpt bij het nauwkeurig bepalen van de zwangerschapsduur en embryoleeftijd.

Welke methoden en stoffen worden gebruikt bij het aborteren van een embryo en wat is hun effect?

Aborteren gebeurt via kunstmatige menstruatie:
  • Progesteronblokkering: gebruikt antagonist, is duur.
  • Prostaglandines: cervix verweken, embryo loslaten.
  • Medicijn opties: duur of goedkoper; beide doodt embryo.
  • Goedkoper medicijn werkt met aanvullende prostaglandines, doodt binnen drie dagen.

Wat is het effect van progesteron op de zwangerschap en welke problemen kunnen ermee ontstaan?

Progesteron relaxeert gladde spieren:
  • Voorkomt baarmoedercontracties.
  • Problemen: tid met FSH oorzaak obstipatie, opvliegers.
  • Gevolg lage oestrogeenniveau: POF en overgang symptomen mogelijk zonder zwangerschap.

Hoe beïnvloedt hypofysedeficiëntie vruchtbaarheid en wat is het risico hiervan?

Hypofysedeficiëntie leidt tot:
  • Geen LH/FSH productie.
  • FSH injecties genereren deel normale cyclus.
  • Te veel FSH veroorzaakt meerdere Graafse follikels, vergrote kans op meerlingen.

Wat gebeurt er bij het syndroom van Sheehan en welke gevolgen heeft dit voor de hypofyse?

Het syndroom van Sheehan veroorzaakt:
  • Hypofyse necrose door bloeding bij bevalling.
  • Resultaat: Geen LH/FSH productie.
  • Gevolgen: Haaruitval, minder melkproductie, geen menstruatie.

Wat is de functie van het fundus in de maag en hoe is de maag anatomisch verdeeld?

Het fundus is de bovenkant van de maag waar gas zich ophoopt:
  • Belangrijke verdelingsdelen: fundus boven, corpus grootste deel.
  • Fundus speelt rol in opslag en voorkomt drukopbouw.

Wat zijn de verschillende onderdelen van de darmen en hoe zijn ze geordend?

  • De dunne darm bestaat uit het duodenum, jejunum, en ileum.
  • Het duodenum heeft delen: pars superior, pars descendens, pars horizontalis/inferior, pars ascendens.
  • De dikke darm omvat het cecum, colon ascendens, colon transversum, colon descendens, colon sigmoideum, rectum.
  • Belangrijke bochten: flexura hepatica en flexura lienalis.

Hoe is de positionering van organen ten opzichte van het peritoneum?

  • Het peritoneum is cruciale omlijsting voor organen.
  • Intraperitoneale organen liggen vrij in de buikholte.
  • Retroperitoneale structuren zijn niet zichtbaar bij open buik.
  • Secundair retroperitoneale organen zijn aanvankelijk intraperitoneaal.
  • Subperitoneale structuren zijn niet of deels bedekt.

Wat is de functie van het mesenterium en hoe verschilt het van ligamenten?

  • Mesenterium: Dubbele peritoneale laag, verbindt organen met lichaamswand.
  • Relatie met doorbloeding, lymfevaten, zenuwen.
  • Ligament: Dubbele peritoneale laag tussen organen, doorvoeren van bloedvaten en zenuwen.
  • Beiden vormen een continue verbinding naar het orgaan.

Welke rol spelen omenta in de buik?

  • Omenta bestaan uit dubbele peritoneale lagen.
  • Grote omentum: loopt vanaf de maag, bedekt darmen.
  • Kleine omentum: loopt van maag naar lever.
  • Functie: bescherming, verbinding, en vetopslag.
  • Ligamentum teres hepatis en ligamentum falciforme: belangrijke structuren.

Hoe wordt het mesenterium verdeeld en wat is het embryonale belang?

  • Indeling mesenterium: pre/post-lever, geassocieerd met leverlobben.
  • Ligamentum falciforme: verbinding tussen lever en voorste buikwand.
  • Ligamentum teres hepatis presenteert als een embryonale restant.
  • Mesogastrium is een belangrijke embryologische structuur.

Wat is de functie en locatie van het ligamentum hepatoduodenale?

  • Het ligamentum hepatoduodenale is onderdeel van het omentum minus.
  • Het verbindt de lever met de duodenum.
  • Dit dikke ligament omgeeft onder andere de galweg.
  • Het ligament ligt ventraal van de bursa omentalis.
  • Belangrijke structuur voor de doorgang van bloedvaten.

Wat is de rol van het foramen omentalis?

  • Het foramen omentalis creëert een doorgang tussen de buikholte en de bursa omentalis.
  • Dit is ook de toegang bij ontstekingen die zich in de bursa manifesteren.
  • Voorzien van toegang voor bloedvaten en zenuwen.
  • Ligt anatomisch dicht bij de pancreas en maag.

Wat zijn de kenmerken van de area nuda?

  • De area nuda bevindt zich aan de lever en is een peritoneumvrije zone.
  • Ligt voornamelijk aan de posterieure kant van de lever.
  • Verbindt lever rechtstreeks met het diafragma.
  • Cruciaal bij de embryonale ontwikkeling van de leverstructuren.

Welke rol spelen de venae portae en ductus venosus in de bloedsomloop?

  • De vena portae transporteert bloed van de maag en darmen naar de lever.
  • Ductus venosus verbindt de vena portae direct met de vena cava.
  • Belangrijk tijdens embryonale ontwikkeling voor zuurstofrijk bloed.
  • Bij volwassenen spelen ze een rol in hepatische circulatie.

Wat is de rol van de *porta hepatis* en waarmee is deze verbonden?

  • Porta hepatis functioneert als de poort naar de lever.
  • Hier passeren de a. hepatica, v. portae, en de galweg.
  • Deze structuren zijn in het ligamentum hepatoduodenale gelegen.
  • De porta hepatis ligt aan de achterkant van de galblaas.
  • Verbindend met de ductus hepaticus, ductus choledochus, en ductus cysticus.
  • De opening komt uit in het duodenum bij de papil van Vater.

Beschrijf de bloedvoorziening van het colon door de *arteria mesenterica superior* en *inferior*.

  • Arteria mesenterica superior voorziet het dunne en rechterdeel van de dikke darm van bloed.
  • Loopt rond om de pancreas.
  • Splitst bij papil van Vater.
  • Arteria mesenterica inferior voedt het linker colon.
  • Voorziet vanaf 2/3 van het colon transversum tot aan rectum.
  • Deze arterieën komen samen met de v. mesenterica superior en inferior in de v. porta.

Welke organen worden voorzien via de *truncus coeliacus* en hoe splitst deze?

  • Truncus coeliacus voorziet maag, lever en milt van bloed.
  • Splitst in a. gastrica sinistra, a. lienalis, en a. hepatica communis.
  • A. hepatica communis splitst verder in a. hepatica propria en a. gastroduodenalis.
  • Deze arteriële vertakkingen voorzien respectievelijk maag, lever/twaalfvingerige darm, en milt/maag.

Wat is het belang van de *ligamentum venosum*?

  • Functioneert als scheiding tussen linker en rechter leverdeel.
  • Gelegen bij het ligamentum falciforme.
  • Zorgt voor een chirurgische grens.
  • Anterior verbinding naar vena cava.
  • Anatomisch relevant bij lobus caudatus en quadratus.

Wat zijn portocavale anastomosen en hun gevolgen?

  • Definitie: Verbindingen tussen de portale en systemische circulatie.
  • Types:
  • - Caput medusae: Opgezette spataderen op de buik bij leveraandoeningen.
  • - Oesophagus varices: Spataderen bij de oesophagus door hypertensie in de v. portae.
  • Gevolgen: Dunne, kwetsbare aders; risico op bloeding en spataderen.

Wat is de rol van muscularis externa in de darm?

  • Anatomie: Bestaat uit circulaire en longitudinale spierlagen.
  • Functie: Zorgt voor peristaltie

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo