Samenvatting: Wc Tdm

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van WC TDM

• 1 1 In het artikel van Mould et al. worden determinanten van infliximab

  Dit is een preview. Er zijn 100 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke determinanten zijn gecorreleerd aan de blootstelling aan infliximab?

  De volgende factoren beïnvloeden de blootstelling aan infliximab:
  

  1. Gewicht - Zwaardere personen hebben snellere klaring.
  2. Lage albumine-niveaus - Hogere klaring bij lager albumine.
  3. Verhoogde productie van IgG-antilichamen - Meer competitie voor FcRn bindingsplaatsen.
  4. Type en ernst van de ziekte - Invloed op klaring bij IBD.
  5. Hoge circulerende glucose en diabetes - Versnelde klaring door glycatie.

• Wat tonen de Kaplan-Meier curves in de figuren over de overlevingskansen van patiënten, op basis van de quartielen van de minimale concentratie trastuzumab in de studiedeelnemers?

  De Kaplan-Meier curves illustreren hoe overlevingskansen variëren afhankelijk van trastuzumab concentraties:
  

  • Grafiek A toont gesimuleerde data voor 266 patiënten.
  • Grafiek B toont waargenomen data voor 193 patiënten.
  • In beide grafieken neemt de overleving toe met hogere quartielen:
  • - Quartiel 1 (Q1) heeft de laagste overlevingskansen.
  • - Quartiel 4 (Q4) laat de hoogste overlevingskansen zien.

• Wat is de rol van albumine in de klaring van infliximab?

  Albumine speelt een cruciale rol in de klaring van infliximab:
  

  1. Lage niveaus - Geassocieerd met hogere klaring.
  2. Binding - Minder albumine betekent meer binding van medicatie.
  3. Ziektelast - Lage albumine is gerelateerd aan ernstige ziekte.
  4. IBD - Diarree kan leiden tot verlies van albumine en andere eiwitten.

• Wat zijn de implicaties van het meten van vrije trastuzumab in het laagste kwartaal?

  Het meten van vrije trastuzumab bij de laagste kwartaal impliceert dat:
  

  1. Bijna alle targets zijn bezet van de patiënten.
  2. Er sprake is van saturatie.
  3. Verhogen van de dosering heeft geen toegevoegde waarde.
  4. Lagere overlevingskans kan komen door grotere tumor massa.

• Hoe beïnvloeden hoge glucosewaarden de klaring van infliximab?

  Verhoogde glucosewaarden beïnvloeden de klaring van infliximab door:
  

  1. Glycatie - Hogere glycatie van MAbs.
  2. Fc-deel - Glycatie zorgt voor afscherming van Fc-deel.
  3. Binding aan FcRn - Minder binding leidt tot kortere halfwaardetijd.
  4. Versnelde klaring - Hoger suikerplak bevordert hogere klaring.

• Wat is de mediane overlevingstijd voor patiënten in kwartiel 1 (Q1)?

  Patiënten in kwartiel 1 (Q1) hebben een mediane overlevingstijd van:
  

  1. 7,7 maanden.
  2. Dit is ongeveer 8 maanden korter dan die van andere kwartielen.
  3. Verschillen in OS zijn niet alleen te wijten aan lagere concentraties.

• Hoe wordt de eiwitafbraak beïnvloed door FcRn en albumine?

  FcRn speelt een cruciale rol in de afbraak van eiwitten:
  

  1. Eiwitten zonder binding aan FcRn worden afgebroken.
  2. Eiwitten met binding aan FcRn worden beschermd tegen afbraak.
  3. Hoge albumine niveaus verhogen de eiwitafbraak door minder beschikbare bindingen voor geneesmiddelen.
  4. Lage albumine zorgt voor een verhoogde halfwaardetijd van geneesmiddelen.

• Welke factoren beïnvloeden de overleving van patiënten in verschillende kwartielen?

  De overleving wordt beïnvloed door:
  

  1. Lagere plasma concentraties.
  2. Confounding risk factors zoals:

  • Slechtere ECOG performance score (PS)
  • - Laag percentage van eerdere chirurgie
  • - Verhoogd aantal metastatische sites
  • - Hoger percentage van de niet-Aziatische populatie.

• Wat zijn de effecten van IBD op de opname van eiwitten en medicijnen?

  Bij IBD zijn er enkele belangrijke effecten:
  

  1. Verhoogde ontsteking leidt tot een poreuze darmwand.
  2. Hierdoor kan albumine en infliximab in de ontlasting terechtkomen.
  3. Lage albumine wijst op beschadigde darmen.
  4. Een groter lichaamsgewicht leidt tot een hogere klaring van infliximab.

• Wat kan het gebrek aan survival benefit in de subgroep veroorzaken?

  Een laag trastuzumab-niveau kan een oorzaak zijn. Andere factoren zijn:
  

  1. Hogere proportie high-risk patiënten of potential nonresponders.
  2. COX-regressie toont aan dat Q1 subgroep gevoeliger is voor hogere blootstelling (HR=0,69).

  Conclusie: hogere blootstelling aan trastuzumab kan de overlevingsvoordelen verbeteren.