Alcohol & cognitieve stoornissen 2/?
8 belangrijke vragen over Alcohol & cognitieve stoornissen 2/?
Wat zijn de vier criteria voor Wernicke's encefalopathie in grote lijnen?
Bij aanwezigheid van twee of meer van deze criteria, kan de diagnose Wernicke encefalopathie gesteld worden
2. Oculomotorische afwijkingen
3. Disfunctie cerebellum
4. Verstoorde mentale staat of milde geheugenstoornis
Twee criteria van Wernicke's encefalopathie zijn
1. Voedingsdeficiënties, 3
2. Oculomotorische afwijkingen 3 (denk aan ogen) leg uit
2. Symptomen zoals oogspierverlamming, ongecontroleerde oogbewegingen (nystagmus) of blikverlamming
Twee andere criteria voor Wernicke's encefalopathie zijn
3. Disfunctie van het cerebellum 4
4. Verstoorde mentale staat of milde geheugenstoornis
leg uit 4
bv. Onvastheid, abnormale bewegingen bij wijzende tests of niet snel wisselende bewegingen goed kunnen uitvoeren (dysdiadochokinese)
4. Desoriëntatie (niet weten waar je bent, de tijd etc.), verwardheid, abnormale cijferreeksen (bv. Niet kunnen optellen, volgorde verkeerd) of geheugenproblemen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Van welke vorm is het Korsakoff-syndroom?
- welke drie kenmerken zijn er?
1. Persoonlijksheidsveranderingen
2. Confabulatie
3. Amnestisch syndroom
2 van de 3 kenmerken van het Korsakoff syndroom (vorm van diencefale amnesie) zijn
1. Persoonlijkheidsveranderingen en
2. Confabulatie. 3
Leg deze uit
- patiënt kan meer prikkelbaar zijn
- of juist apathisch (emotieloos en ongeïnteresseerd)
2.
- valse herinneringen (false memories)
- verkeerde informatie
- gebeurt onbewust, persoon weet niet dat de herinneringen niet waar zijn
Het Korsakoff syndroom is een vorm van diencefale amnesie: één van de kenmerken is een amnestisch syndroom: Welke 6 punten horen hierbij?
2. Retrograde amnesie
3. Moeilijk ophalen van info (ook door executieve disfunctie)
4. Contextueel geheugen probleem
5. Verhoogde gevoeligheid voor interferentie
6. Executieve disfunctie
Wat houden deze begrippen in?
Anterograde amnesie
Retrograde amnesie (2)
- er is een hersenletsel geweest en dáárna is het moeilijk om herinneringen te vormen/ dingen te onthouden
Retrograde amnesie:
- je hebt geheugenverlies van autobiografische gebeurtenissen die vóór het hersenletsel plaatsvonden
- hoe recenter de herinnering, hoe groter de kans dat deze verloren is gegaan, oude herinneringen worden wel vaak beter onthouden
Confabulatie: onbewust maakt de patiënt verzonnen herinneringen en info (gaten opvullen in geheugen)
Hiervan zijn twee vormen: Provoked en Spontaneous:
leg uit wat provoked (uitgelokte) confabulation is? 3
- patiënt geeft verkeerd antwoord, omdat hij druk voelt om te antwoorden
bv. waar zijn we nu? ''we zijn in een hotel'' (klopt niet).
- altijd een externe prikkel
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















