Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964 - De opzet van de loonbelasting
10 belangrijke vragen over Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964 - De opzet van de loonbelasting
Waarom wordt in het wet gesproken over inhoudingsplichtige ipv werkgever?
Volgens de Wet op de loonbelasting bestaat loon uit:
Welke omschrijving staat in het Burgerlijk Wetboek (BW) over de privaatrechtelijke dienstbetrekking?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Er wordt in de Wet en in het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 een aantal inkomsten onder de loonbelasting gebracht. Deze inkomsten komen niet uit een dienstbetrekking of een ficitieve dienstbetrekking. Benoem deze inkomsten:
- Uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
- Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (WAJONG)
- De algemene nabestaandenwet (Anw)
- De algemene ouderdomswet (AOW)
- Lijfrente-uitkering betaald aan een meerderjarige door een verzekeringsmaatschappij
- Uitkeringen ingevolge de Algemene bijstandswet (Abw)
Hoe wordt het tabelloon voor de loonbelasting berekend?
- Loon in geld (bruto loon)
- Loon in natura (bijv. Privegebruik auto en aanspraken die tot het loon horen)
- Uitkeringen uit fondsen
- Vrijstellingen voor alle heffingen (zoals pensioenpremie werknemer) (dit wordt in mindering gebracht op de berekening)
- Totaal tabelloon
Leg uit de inhoud van een publiekrechtelijke dienstbetrekking
In welke wet artikelen is de arbeidsverhouding als fictieve dienstbetrekking geregeld?
Naast loon of beloning bestaat het begrip aanspraak. Leg het begrip aanspraak uit?
Noem de 2 vrijgestelde aanspraken regels?
- Hoofdregel. Als de aanspraak als loon belast is, is de uitkering ineens onbelast.
- Omkeerregel. Als de aanspraak niet als loon belast is, zijn de uitkeringen belast.
Hoewel de werkgever over de waarde van aanspraken loonheffing - i.c. loonbelasting en premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en bijdrage Zvw - moet inhouden, zijn er uitzonderingen. Er zijn drie mogelijkheden:
- de aanspraak behoort tot het loon, de uitkeringen zijn (soms gedeeltelijk) vrijgesteld. Voorbeeld is de aanspraak op verstrekkingen op grond van de Zorgverzekeringswet;
- de aanspraak is vrijgesteld, de uitkeringen behoren tot het loon*. Voorbeelden zijn pensioen, een eenmalige uitkering bij ontslag en aanspraken op grond van de WW en WAO/WIA;
- de aanspraak is geheel of gedeeltelijk vrijgesteld, de uitkeringen zijn geheel of gedeeltelijk vrijgesteld. Voorbeelden: de diensttijduitkering (jubileumuitkering) en de aanspraak op een uitkering bij overlijden of invaliditeit als gevolg van een ongeval.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















