Zekerheidsrechten - Pandrecht op roerende zaken, niet register-goederen - Pitlo Verhaal en voorrang nrs. 759-804
35 belangrijke vragen over Zekerheidsrechten - Pandrecht op roerende zaken, niet register-goederen - Pitlo Verhaal en voorrang nrs. 759-804
Welke twee vormen van pandrecht zijn er op roerende zaken?1
2. Stille pandrecht
Wat is een stille pandrecht?
Welke regels zijn van toepassing op stil pandrecht?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke vestigingsvereisten gelden er op een pandrecht op roerende zaken 3:98 jo 3:84 lid 1?
1. Geslaagde vestigingshandeling (de levering)
2. Geldige titel
3. Bevoegd om over het goed te beschikken.
De drie genoemde vereisten zijn constitutief.
Op welke wijze wordt vuistpandrecht gevestigd?
Vuistpandhouder= houder van de verpande zaak voor de pandgever
Inbezitstelling= in de macht van de pandhouder brengen van de zaak.
Vuistpand wordt ook wel bezitspand genoemd.
Op welke wijze wordt een stil pandrecht gevestigd?
Wat zijn de voordelen van vestiging bij authentieke akte boven een geregistreerde onderhandse akte bij een stil pandrecht?
Hoe ziet de inhoud van de pandakte eruit?
Hoe zit het met pand en een gestolen zaak?
Kan art 3:238 (bescherming) ook van toepassing zijn in het geval van faillissement en beslag?
Is bekrachtiging mogelijk als een verpanding op grond van beschikkingsonbevoegdheid van de pandgever is mislukt?
Kan een vestigingshandeling bij voorbaat worden verricht als het gaat om pand?
Op welke wijze wordt bij vuistpand levering bij voorbaat beperkt?
Welke grenzen gelden voor stille verpanding en de voorgeschreven vestigingshandeling als het gaat om bij voorbaat verrichten daarvan met betrekking tot een toekomstige zaak?
Doet vestiging bij voorbaat pandrecht ontstaan?
Wordt vestiging bij voorbaat bij pandrecht doorkruist door faillissement en beslag?
Is het mogelijk om bij overdracht van een roerende zaak een stil pandrecht voor te behouden?
Kan de pandgever de zaak vervreemden?
Wat houdt meervoudige verpanding in?
Omdat een pandgever als eigenaar bevoegd blijft over de verpande zaak te beschikken, kan hij net als bij hypotheek een tweede pandrecht vestigen. De wet houdt er in verschillende artikelen rekening mee 3:237 lid 3 en 3:248 lid 3.
Welk rang is van toepassing bij meervoudige verpanding bij voorbaat?
Hoe wordt het pandrecht uitgeoefend buiten faillissement en derdenbeslag?
Wanneer heeft de pandhouder recht op afgifte van de verpand zaak 3:237 lid 3?
Wat is een gevolg van afgifte bij stil pandrecht?
Kan afgifte worden gevorderd bij meervoudige verpanding?
Wanneer heeft de pandhouder recht van parate executie 3:248 en 3:249?
Wie komt het recht van parate executie toe?
Is er een mogelijkheid om af te wijken van de hoofdregel dat executie bij openbare verkoop plaats moet vinden?
Mag de pandhouder zijn verplichting tot uitbetaling van het overschot 3:253 lid 2 verrekenen met een tweede niet door het pandrecht gezekerde vordering op de pandgever?
Hoe werkt het uitoefenen van pandrecht bij beslag 4:53a, 461a en 496?
Welk recht heeft de stille pandhouder op afgifte bij beslag op de zaak?
Wat is het recht van de pandhouder bij overname van de executie?
verpande zaak beslag to verhaal is gelegd hij bevoegd is tot executie over gaan de executie kan overnemen en zelf kan executeren. Voorwaarde voor overname is dat de pandhouder zelf tot executie bevoegd is.
Hoe werkt uitoefening van het pandrecht in faillissement art 57, 58 en 63a Fw?
Welk recht heeft de pandhouder bij parate executie in faillissement?
Wat zijn de gevolgen van surseance van betaling bij de uitoefening van een pandrecht 232 Fw?
Hoe werkt de uitoefening van pandrecht bij toepassing van de schuldsaneringsregeling 299 Fw?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















