De vroege keizertijd na Augustus (14-193 n.C.)
11 belangrijke vragen over De vroege keizertijd na Augustus (14-193 n.C.)
Welke belangrijke opstand vond plaats tijdens de troonstrijd in 69-70?
- Romeinse troonstrijd.
- Tijd van grote onrust.
- Keizer Vespasianus overwon de opstand.
Wat was de rol van Keizer Claudius in Brittannië?
- Militair een reputatie opbouwen.
- Brittannië toevoegen en pacificeren.
- Onderhandelingen en conflicten aangaan tot 84.
Hoe verliep de relatie met de Parthen aan de oostgrens?
- Gewapende vrede met de Parthen.
- Oorlogen om Armenië als bufferstaat.
- Onderbrekingen door conflicten.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat gebeurde tijdens de joodse opstanden in relatie tot andere oorlogen?
- Samenvallend met andere oorlogen.
- Problemen voor de Romeinen door chaos.
- Keizer Vespasianus overwon de opstanden.
Hoe verspreidde het Romeinse burgerrecht zich in de eerste twee eeuwen na Christus?
- Toekenning aan oud-soldaten van hulptroepen.
- Toekenning aan vrouwen en kinderen van legioensoldaten.
- Verspreiding onder de elite van geromaniseerde steden.
Welke basis legde Augustus voor het keizerschap?
- Degelijk fundament van de monarchie.
- Acceptatie door hogere standen.
- Binding met legers en controle over financiën.
Wat was een belangrijk probleem bij de opvolging van de keizer?
- Voorkomen dat legers eigen kandidaten steunen.
- Erfopvolging in één vorstenhuis bevorderen.
- Verbondenheid met de familie van de keizer.
Hoe gedroegen zich sommige keizers na Augustus?
- Als absolute despoten.
- Slecht tegenover de senaat.
- Het slachtoffer van senatoren-complotten.
Wat kenmerkte de literaire cultuur van de aristocratie rond 200 n.C.?
- Grondige training in Latijnse en Griekse retorische schrijfstijl.
- Vertrouwdheid met klassieke literatuur.
- Een gedeelde elitecultuur in het hele rijk.
Welke sociale stijgingskansen hadden de decuriones in de geromaniseerde steden?
- Politieke functies binnen het bestuur.
- Sociale mobiliteit en hogere status.
- Betrokkenheid bij de lokale elite en invloeden.
Hoe veranderde de ridderstand in de loop der jaren na Augustus?
- Toetreding van succesvolle onderofficieren en intellectuelen.
- Opname van provinciale notabelen in de senaat.
- Toename van rijkdom en invloed binnen het bestuur.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















