Het Romeinse Rijk na Constantijn de Grote

19 belangrijke vragen over Het Romeinse Rijk na Constantijn de Grote

Wat waren de gevolgen van de oorlogen tussen 336 en 364 tussen de Romeinen en de Perzen?

De oorlogen resulteerden in:
  1. De zware strijd voor keizer Julianus
  2. Het verzamelen van een groot leger
  3. Aanvankelijke successen in Mesopotamië
  4. Logistieke en militaire problemen, wat leidde tot de dood van Julianus

Wat waren de redenen voor de bekering tot het christendom na 312/3?

Mensen bekeerden zich om verschillende redenen:
  1. Pragmatische voordelen
  2. De groei van de kerk als volkskerk
  3. Onthouding van belasting en diensten door Constantijn
  4. Nieuwe rijksideologie door christelijke gemeente

Wat gebeurde er na de dood van keizer Julianus in 363?

Na zijn overlijden:
  1. Sluit opvolger Jovianus vrede met de Perzen
  2. Moest een deel van Mesopotamië worden afgestaan
  3. Vijandigheden beperkten zich tot Armenië
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe leidde de organisatie van de kerk tot rijkdom?

De kerk groeide in rijkdom door:
  1. Laten achter van bezittingen aan gemeenten
  2. Financiële steun van Constantijn
  3. Hiërarchische geestelijkheid die regionale groepen vormde

Wat was de impact van de volksverhuizing in de tweede helft van de 4e eeuw op het Romeinse Rijk?

De impact hield in:
  1. Toegenomen druk op de noordelijke grenzen
  2. Migratie van vele Germanen naar het rijk
  3. Verbetering van leefomstandigheden in het rijk
  4. Het ontstaan van een vacuüm gevuld door andere stammen zoals Slaven en Hunnen

Wat was de rol van kerkvader Eusebius in de rijksideologie?

Eusebius stelde dat:
  1. God de kosmos en wereld beheerst
  2. De keizer als pendant van God op aarde regeert
  3. Dit de legitimiteit van christendom en overheid versterkte

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het oostelijke en westelijke deel van het rijk?

  • Oost: meer geürbaniseerd en rijker
  • West: recent geürbaniseerd door Romeinen, financieel zwakker
  • Taal elitair: Grieks in het oosten, Latijn in het westen
  • Groeiende afstand in 4e en 5e eeuw

Wat kenmerkte de opkomst van heremieten en kloosterlingen in de 4e eeuw?

Heremieten en kloosterlingen:
  1. Onthouding van aardse zaken
  2. Verdieping in gebed als geestelijk wapen
  3. Focus op strijd tegen de duivel

Hoe ontwikkelde het bestuur in de oostelijke en westelijke rijkshelft zich?

  • Oost: aparte keizers, steeds meer onafhankelijke heersers
  • West: grotere afstand tussen legers, verminderde samenwerking
  • Steden in het oosten bleven sterk, in het westen verval

Wie was de bekendste kerkvader in de westelijke rijkshelft?

De bekendste speelde een sleutelrol:
  1. Augustinus was bisschop van Hippo
  2. Schreef belangrijke christelijke literatuur
  3. Verbindt klassieke en christelijke ideeën

Wat waren de gevolgen van de belastingdruk voor de steden in het West-Romeinse Rijk?

  • Centrale overheid kreeg minder belasting
  • Steden konden voorzieningen niet meer betalen
  • Curiales onder zware druk, boeren werden afhankelijk van grootgrondbezitters
  • Verval van talrijke steden

Wat gebeurde er met de boeren en grootgrondbezitters in het West-Romeinse Rijk?

  • Boeren zocht bescherming bij grootgrondbezitters
  • Grootgrondbezitters regeerden onafhankelijk van steden
  • Villae werden eilandjes in stadsgebieden
  • Boeren op villae ook onderdrukt

Wat probeerde keizer Julianus te doen betreffende het christendom?

Julianus deed een poging tot:
  1. Ongedaan maken van christelijke overwinningen
  2. Terugkeer naar regeersysteem van de 2e eeuw
  3. Aantrekken tot nieuw platonisme maar zonder succes

Hoe verliepen de economische omstandigheden in de westelijke rijkshelft in de 5e eeuw?

  • Ontwikkeling van grote boerenopstanden
  • Marktverlies door verarming platteland
  • Stadsraden kregen minder belasting en leden vertrokken
  • Sterk verval van steden

Wat betekende de ‘constitutie’ van keizers Theodosius en Gratianus in 380?

De ‘constitutie’ hield in:
  1. Bevestiging van het credo van Nicaea
  2. Verbod op afwijkingen van dit geloof
  3. Katholiek christendom als de norm vastgesteld

Welke gevoelens waren er over de eenheid van het rijk na Constantijn?

  • Na Constantijn verschillende keizers per rijkshelft
  • Echter, blijf gevoel van eenheid bestaan
  • Eenheid was vanzelfsprekend in de 4e eeuw

Wat waren de sociale en culturele kenmerken van de oostelijke rijkshelft?

  • Sterke stedelijke aanwezigheid en loyale ‘dienstadel’
  • Samenspel van christendom en kerkelijke hiërarchie als bindende elementen
  • Behield een efficiënt bestuursapparaat na Constantijn

Hoe veranderde de rol van de curiales in de westelijke rijkshelft?

  • Stonden onder zware druk door belastingverplichting
  • Verlies van invloed door onafhankelijkheid van grootgrondbezitters
  • Moeite om stedelijke voorzieningen te handhaven en inkomsten te genereren

Wat waren de gevolgen van de invasiedruk van de Germanen en Hunnen op het West-Romeinse Rijk?

  • Verminderde capaciteit om grenzen te verdedigen
  • Toename van interne problemen in steden en op het platteland
  • Centraal gezag zwakker door verlies van belastinginkomsten

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo