Cardiovasculaire middelen - Sympaticolytica: beta- en alfa-blokkers
7 belangrijke vragen over Cardiovasculaire middelen - Sympaticolytica: beta- en alfa-blokkers
Hoe werken alfablokkers? Welke indicatie hebben ze? Welke bijwerkingen komen daarbij kijken?
- Ze verhelpen mictieklachten (LUTS) bij BPH
- Ze geven een bloeddrukdaling
Bijwerking: orthostase en valneiging
Welke effecten hebben de beta1, beta2 en alfa adrenergereceptoren?
- Chronotroop (hartfrequentie omhoog)
- Inotroop (toegenomen contractiliteit van het hart)
- Dromotroop (toegenomen geleidingssnelheid van hart)
Beta2:
- Bronchodilatatie
- Vasodilatatie
Alfa
- Gladspierweefselcontrictie in urinewegen
- Vasopressie in venen en arteriolen
Hoe werken betablokkers? Wat is de functie hiervan? Verschillen ze onderling?
Functie: het hart meer tijd (diastole) geven om ventriculair te kunnen vullen en ischemie te voorkomen.
Tevens
- Niet-selectieve beta blokkers (propanolol, sotalol, labetalol) geven bronchosecretie en bronchiolen constrictie.
- Sotalol is een klasse 3 anti-aritmica
- Labetalol is een alfablokker die vasodilatatie geeft
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is de indicatie voor een betablokker?
- Hypertensie
- Angina pectoris of status na een ACS/MI
- Chronisch stabiel hartfalen met verminderde systolische functie
Welke bijwerkingen kun je verwachten bij betablokkers?
2. Bradycardie
--> Verhoogde valneiging (vooral bij ouderen)
3. Bronchospasmen (bij astma + non-selectieve betablokker)
4. Overig: vermoeidheid, koude acra, impotentie, hypoglycemie-maskering
Sotalol:
- ritmestoornissen (QT verlenging tot torsades tot acute hartdood)
Welke ernstige bijwerking kun je bij sotalol verwachten? Wat zijn risicofactoren?
Risico:
- Nierfunctieverlies: want het heeft een smalle therapeutische breedte en wordt renaal geklaard
- Hypokaliemie: want het werkt door kaliumkanalen te blokkeren, dus als er weinig alium is dan werkt het te goed.
- Let dus extra op bij die twee groepen + ouderen
Welke interacties kun je verwachten bij betablokkers? Welke medicijnen geven dit effect?
- Antichronotrope medicatie, zoals calciumantagonisten (verapamil, diltiazem, niet di-hydro-pyridinen)
2. Afname van het effect
- NSAIDs (door water en zout retentie)
Bij sotalol: ritmestoornissen (QT-verlenging tot torsades en hartdood)
- QT-tijd verlengers: antipsychotica
- Kaliuretische middelen: thiazide diuretica (evt lisdiuretica?)
- Nierfunctieverlagende middelen: NSAIDs
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















