Antidiabetica - Insuline

8 belangrijke vragen over Antidiabetica - Insuline

Welke indicatie heeft insuline?

1. DM1
2. Therapieresistente DM2 (dus na leefstijl en orale antidiabetica nog steeds hoge glucose)

Hoe werkt insuline/-analogen?

Het zorgt voor de opname van glucose in de cellen

Welke soorten insuline medicatie zijn er? Hoe onderscheiden ze zich van elkaar?

Insulineprofielen verschillen van elkaar in het tijdsverloop v.d spiegels in het bloed. Deze eigenschappen hebben ze doordat ze subcutaan wel of geen polymeren vormen, neerslaan of NPH-groep hebben.

- Kortwerkende insuline: Humuline (Acta Rapid)
- Snelwerkende insuline-analogen: Aspart (Novorapid)
- Middellangwerkende NPH-insuline
- Langwerkende insuline-analogen: Glargine (Lantus)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe verschillen de insuline medicaties van elkaar in werking?

Kortwerkende insuline: Humuline (Acta Rapid)
- 30 min voor de maaltijd
- Maximaal effect na 2-3 uur, werkt 6-8 uur
Snelwerkende insuline-analogen: Aspart (Novorapid)
- Direct voor, tijdens of na de maaltijd
- Maximaal effect na 45min-1.5 uur, werkt 4-5 uur
Middellangwerkende NPH-insuline
- Na avondeten, voor slapen
- Max effect na 4-8u, houd 12-16 tot zelfs 24 uur aan
Langwerkende insuline-analogen: Glargine (Lantus)
- Vlak voor slapen
- effect houdt 24u of langer aan

Welke medicatie hebben interacties met insuline? Welk effect geeft het?

Beta-blokkers (vooral niet-selectieve)
- maskeren de vroege adrenerge tekenen van een hypoglycemie
- vertragen het herstel na een hypo

Welke bijwerkingen kan insuline geven? Wat zijn oorzaken/risicogroepen hiervan?

Hypoglycemie
- Oorzaken: te laat/weinig eten, te veel insuline, alcohol en hoge inspanning
- Risico: nierfunctiestoornissen, " hypo unawareness" - voelt hem niet aankomen
Ketoacidose
- Bij patienten die aan medicamenteus insuline gewend zijn en daarna te weinig krijgen.

Welke insuline geeft minder hypo's?

Langwerkende Glargine (Lantus) geeft minder hypo's dan middellangwerkende NPH-insulines

Je patient heeft DM2 en gebruikt metformine, gliclazide en insuline. Hij voelt zich nu heel gejaagd, moet zweten en lijkt wat in de war. Waar moet je aan denken? Wat is de behandeling?

Hypoglycemie
+ aanspreekbaar? Geef koolhydraten/glucose per os
+ niet aanspreekbaar? Geef glucose infuus of 1mg glucagon intramusculair

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo