Samenvatting: Omzet- En Overdrachtsbelasting
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Omzet- en overdrachtsbelasting
-
2 Week 1: inleiding omzetbelasting
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Belastingplichtige is de ondernemer. Aan de hand van welke wetsartikelen beoordeel je of er sprake is van een ondernemer?
Europese Unie: Belastingplichtige (art. 9 Btw-richtlijn) = "eenieder die, ongeacht op welke plaats zelfstandig een economische activiteit verricht, ongeacht het oogmerk of resultaat van die activiteit" - Nederland: Ondernemer (art. 7 Wet OB) = "1. Ondernemer is ieder die een bedrijf zelfstandig uitoefent. 2. Waar in deze wet wordt gesproken van bedrijf, wordt daaronder mede verstaan: a. beroep; b. exploitatie van een vermogensbestanddeel om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen." -
Prestaties om niet of incidentele prestaties die direct samenhangen met presties tegen vergoeding, zijn TOCH een economische activiteit. Leg dit uit middels een arrest
Sveda arrest: : was een koffietentje waarmee het niet zo goed ging. Er werd een mythologisch ontdekkingspad aangelegd en deze was gratis toegankelijk. Deze leidde naar de koffietent die ineens goede omzet maakte. HvJ: werd aannemelijk gemaakt dat het pad was aangelegd voor de extra omzet van de koffietent. De gratis activiteit ging op in de economische activiteit en daarmee recht op aftrek. -
Een eis om belastingplichtige te zijn moet is dat je ZELFSTANDIG een economische activiteit moet verrichten. Wat wordt verstaan onder zelfstanigheid? Geldt dat dan ook voor werknemers die zelfstandig zijn?
Het verrichten van prestaties onder eigen naam, voor eigen rekening en onder eigen verantwoordelijkheid. Ondernemer moet het economische risico dragen. Werknemer ≠ ondernemer: personen met een arbeidsverhouding (ondergeschiktheid arbeids- en bezoldigingsvoorwaarden en verantwoordelijkheid werkgever) zijn uitgesloten (art. 10 btw-richtlijn). De zelfstandigheid ontbreekt immers. -
Voorwaarde voor FE btw is dat er financieel, organisatorisch en economisch verbondenheid moet zijn. Wat houdt dit in?
1. Financiële verwevenheid: meerderheid aandelen (inclusief zeggenschap) direct of indirect in dezelfde handen (of een vergelijkbare zeggenschap als geen sprake is van aandelen).
2. Organisatorische verwevenheid: deelnemers staan onder een gezamenlijke, als eenheid fungerende leiding; feitelijke zeggenschap berust bij dezelfde personen.
3. Economische verwevenheid: onderdelen bewegen zich in hetzelfde marktsegment (bv vastgoedmarkt) of prestaties één zijn voor meer dan 50% bestemd voor de ander (complementariteit).
Gevolgen: De FE wordt als ondernemer aangemerkt, onderlinge prestaties zijn btw-irrelevant en aansprakelijkheid voor elkaars btw-schulden (art. 43 InvW) -
3 Week 2: Belastbare feiten (plaats van levering/dienst)
-
3.1 belastbare feiten en de plaats van levering/dienst
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Ik wil weten wat belastbare feiten zijn. Waar kan ik dit vinden?
Art. 1 wet OB. Zie ook btw richtlijn -
Waarom is het belangrijk om te weten dat belasbtare feiten onder te verdelen zijn in wel belast of niet belast?
Er gelden vrijstellingen voor sommige belastbare feiten. Dit betekent dat je geen btw betaald, MAAR nog wel recht hebt op btw aftrek. -
Hoe gaat de belastingheffing bij huurkoop?
Huurkoop wordt gezien als een levering van een goed (art. 3 lid 1 sub b wet OB). Zie ook btw richtlijn. Belasting is verschuldigd over het totaal van de toekomstige termijnen (op het moment van afgifte). -
Een loodgieter installeert een door hem te leveren mengkraan. Hoe gaat de belastingheffing?
Het aanbrengen van een goed op een ander goed (montagelvering) --> art 3 lid 1 sub f wet OB.
Levering dus btw verschuldigd -
Waar vind je de fictieve diensten?
In het 2de lid van art. 4 en btw richtlijn -
Indien de plaats van dienst in het buitenland is, Hoe vindt de btw-heffing dan plaats?
In de btw-richtlijn staat wie de btw voldoet. Als er sprake is van plaats van dienst in het buitenland, dient de btw te worden verlegd. Dus je wil de wijze van heffing weten dus ga je naar art. 12 wet OB. Dit is de verleggingsregeleing. Als de plaats van dienst het buitenland is, verleg je die btw.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden















