Organisatieleren - Crossan, Lane & White - 4I model
6 belangrijke vragen over Organisatieleren - Crossan, Lane & White - 4I model
Hoe definiëren Crossan & White organisatieleren?
Wat zijn de uitdagingen en aandachtspunten bij het 4I model?
- Integratie-interpretatie overgang: Moet zorgen voor gedeeld begrip en gezamenlijke actie, wat communicatie en experimentatie vereist.
- Institutionalisering-intuïtie spanning: Overmatige institutionalisering kan intuïtie en creativiteit remmen; hiervoor is soms 'creatieve destructie' nodig. Er is minder ruimte voor innovatie.
- Capaciteitslimieten: Organisaties kunnen feedforward niet onbeperkt absorberen, wat investeringen in leren en innovatie kan beperken.
- Dynamisch evenwicht: Organisaties moeten voortdurend balanceren tussen het vastleggen van kennis en het openhouden van ruimte voor nieuw leren.
Wat is de interactieve relatie tussen cognitie en actie?
- Het leerproces omvat een voortdurende wisselwerking tussen begrip (cognitie) en gedrag (actie).
- Begrip leidt tot actie: Nieuwe inzichten en kennis motiveren en sturen handelingen binnen de organisatie.
- Actie leidt tot begrip: Door handelen ontstaan nieuwe ervaringen en reflecties, die leiden tot verdere kennisontwikkeling.
- Deze dynamiek is essentieel om zowel feedforward als feedback effectief te laten zijn.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is de spanning tussen exploratie en exploitatie?
· Exploratie = Gericht op vernieuwing, experimenteren, lange termijn ontwikkeling, risico nemen om zo nieuwe kennis te ontdekken en innoveren.
Wat zijn mechanismen die organisatieleren ondersteunen zonder direct invididuele leerprocessen?
➤ Nieuwe procedures, technologieën, formats die gedrag beïnvloeden zonder dat individuen bewust leren
vb: invoering van nieuwe software dwingt tot nieuwe werkwijze
· Systeemaanpassingen
➤ Organisatie-instellingen (beloningssystemen, rapportagestructuren) sturen gedrag automatisch
vb: KPI’s veranderen = focus van teams verandert
· Cultuurverschuiving
➤ Sociale normen beïnvloeden groepsgedrag
vb: groepsdruk of gedeelde overtuiging leidt tot ander gedrag, zelfs zonder individuele overtuiging
· Groepsprocessen
➤ Via samenwerking ontstaat nieuw gedrag zonder dat iedereen individueel moet leren
vb: nieuwe medewerkers adopteren vanzelf de “wijze van doen” van de groep
· Externe druk of innovatie
➤ Veranderingen opgelegd van buitenaf dwingen tot verandering
vb: overheidsregels, marktveranderingen, technologische innovaties
Hoe kan een organisatie naar een hoger niveau van leren gaan?
· Je combineert individueel leren met groeps- en systeemveranderingen.
· Feedforward (exploratie) en feedback (exploitatie) zijn essentieel in dit proces.
· Bij hoge personeelsverloop: sterke leermechanismen (zoals onboarding, kennisdeling, IT-systemen) zijn cruciaal om leerverlies te beperken.
· Leren moet strategisch gestuurd worden: afhankelijk van doelen, fase van organisatie, en externe druk.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















