Bijzondere waardeverminderingen en voorraden
24 belangrijke vragen over Bijzondere waardeverminderingen en voorraden
Wanneer en voor welke activa is een bijzondere waardeverminderingstoets vereist?
- Er aanwijzingen zijn voor waardevermindering.
- De activa niet langer bijdragen aan het genereren van toekomstige economische voordelen.
- Specifieke omstandigheden zich voordoen, zoals veranderingen in de marktomstandigheden.
Wat is de realiseerbare waarde en hoe wordt afgewogen volgens de minimumwaarderingsregel?
- Het hoogste van de waarde in gebruik en de netto-opbrengstwaarde.
- Het is noodzakelijk om de boekwaarde af te waarderen tot de realiseerbare waarde als deze lager is.
Wat zijn algemene activa en hoe moeten deze behandeld worden?
- Activa die niet direct aan specifieke operationele segmenten kunnen worden toegeschreven.
- Deze activa moeten afzonderlijk geëvalueerd worden op impairment, omdat ze niet direct inkomsten genereren.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe wordt goodwill in een impairmenttest behandeld?
- Het wordt toegewezen aan kasstroomgenererende eenheden.
- Een bijzondere waardeverminderingstoets voor goodwill moet periodiek plaatsvinden.
- Afwaardering vindt plaats als de boekwaarde boven de realiseerbare waarde ligt.
Welke categorieën voorraden behoren tot de vlottende activa en hoe worden deze gepresenteerd?
- Grond- en hulpstoffen
- Halffabricaten
- Gerede producten
- Voorraad wordt gepresenteerd op de balans onder vlottende activa.
- Het is belangrijk de waarde correct te bepalen volgens de regels van de wet.
Hoe kunnen de waarde van voorraden en kostprijs verkopen worden bepaald?
- FIFO (First In, First Out)
- Gemiddelde inkoopprijzen
- LIFO (Last In, First Out)
Welke waarderingsprincipes zijn relevant voor voorraden?
- Toepassen van de minimumwaarderingsregel
- Bepalen van de aanschaffingskosten
- Bepalen van de voortbrengingskosten
Wat is het proces van bijzondere waardevermindering volgens de regelgeving?
- Jaarlijkse beoordeling op aanwijzingen voor waardevermindering
- Schatting van de realisable waarde bij indicaties
- Indien waardeverbetering, doorgeven van het wijzigingsresultaat per balansdatum
- Boeking van een stijging tot op de realisable waarde zonder boven vorige boekwaarde te gaan
Wat is het verschil tussen absorption costing en direct costing?
- Absorption costing waardeert tegen de integrale fabricagekostprijs.
- Direct costing waardeert tegen de variabele productiekosten; constante kosten worden ten laste van het resultaat in dezelfde periode.
Wat is de waarderingsgrondslag van voorraden volgens de RJ?
1. Waardering op de laagste van:
- historische kosten
- - verwachte opbrengstwaarde
- historische kostprijs
3. Dit staat bekend als de:
- minimumwaarderingsregel
Wat is het verschil tussen nominalisme en substantialisme?
1. Nominalisme:
- Onderneemt in geld gemeten, herstelt de beginsituatie
- - Gerealiseerde voorraadresultaten tellen mee voor winst
- Meet in hoeveelheid productiemiddelen
- - Rekent alleen gelijktijdige verschillen tot winst
Wat zijn de waarderingsgrondslagen voor materiële activa?
- Historische kostprijs (Historischekostenstelsel)
- Vervangingswaarde (Modern nominalisme)
- Voor inflatie gecorrigeerde historische kostprijs
- Geschatte verkoopprijs (Reële waardestelsel)
Wat is de basis van het historische kostenstelsel?
Welke aannames kunnen binnen het historischekostenstelsel worden gehanteerd voor voorraden?
- Fifo (First in first out)
- Gemiddelde inkoopprijs
- Lifo (Last in first out)
Wat houdt de fifo-methode in bij voorraadwaardering?
- Gerealiseerde voorraadresultaten die bij de winst worden gerekend.
- Toepassing van een nominalistische winstbepaling.
Wat is de basis van de lifo-methode?
- De laatst ingekochte goederen worden als eerste verkocht.
- Dit resulterend in een substantialistische winstbepaling.
Welke kenmerken heeft collectief-lifo?
- Lifo-schijven ontstaan bij een grotere eindvoorraad dan de beginvoorraad.
- Bij een kleinere eindvoorraad worden deze schijven afgebouwd.
- Werkt STERK substantialistisch voor waardering met gelijke prijzen als de beginvoorraad.
Wat is het ijzeren voorraadstelsel?
- Voorraad die noodzakelijk is voor de normale bedrijfsactiviteiten.
- Het speelt een cruciale rol in de bedrijfsvoering.
Wat is de rol van de jaarrekening in vermogensbepaling?
- Een getrouw beeld van het resultaat en eigen vermogen wordt gegeven.
- Waarde van vermogen afhankelijk is van activa- en passivawaardering.
- Stille reserves kunnen ontstaan bij stijgende prijzen door historische kosten.
Hoe moet de minimumwaarderingsregel worden toegepast bij prijsdalingen?
- De realiseerbare waarde van vaste activa worden beoordeeld.
- Wordt gekeken of deze waarde lager is dan de boekwaarde op basis van historische kosten.
Wat zegt de RJ over historische kosten en voorraadwaardering?
- De werkelijke voorraad moet op de balans worden opgenomen.
- Het gebruik van een ‘normaal voorraadbegrip’ is niet toegestaan.
- De lifo- en ijzerenvoorraadstelsels worden niet aanvaardbaar geacht.
Hoe wordt de winst voornamelijk bepaald in de jaarverslaggeving?
- De gerealiseerde voorraadresultaten
- Worden toegevoegd aan de winst.
- Dit is de gebruikelijke praktijk in de meeste gevallen.
Welke huiswerkcases zijn relevant voor het historische kostenstelsel?
- V13.2 (Voorraad FIFO, LIFO en GIP)
- V13.7 (met uitzondering van vraag b4)
- IJsberenvoorraadstelsel is uitgesloten.
Wat zijn enkele overige cases met voorraadbehandelingen?
- 4.2.1 Prefab Window BV (voorraad FIFO; categoriale/functionele model)
- 4.2.2 Matita BV (voorraad FIFO, coll. LIFO)
- 4.2.3 Alassio (voorraad GIP).
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















