Hoofdindeling van vaste activa 2: materiële vaste activa (inclusief leasing)

25 belangrijke vragen over Hoofdindeling van vaste activa 2: materiële vaste activa (inclusief leasing)

Wat zijn de verschillende categorieën van materiële vaste activa (MVA) die de wet onderkent?

De wet onderkent de volgende categorieën van MVA:
  1. Grond
  2. Gebouwen
  3. Machines
  4. Auto's en transportmiddelen
  5. Meubilair en inventaris
  6. Installaties

Hoe geschiedt de eerste waardering en vervolgwaardering van MVA?

Waardering van MVA omvat:
  1. Afschrijving: beïnvloed door de economische levensduur
  2. Bijzondere waardeverminderingen: bij significante waarde daling
  3. Desinvesteringen: verkoop of afschrijving van activa

Hoe bepaal je de aanschaffings- en voortbrengingskosten van MVA?

Bepaling gaat als volgt:
  1. Aanschafprijs: inclusief bijkomende kosten zoals transport
  2. Bijkomende kosten: installatie, verpakking, en onderhoud
  3. Voortbrengingskosten: kosten gemaakt om activa in gebruik te nemen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe pas je het actuele waarde model toe op MVA?

Toepassing van het actuele waarde model omvat:
  1. Waardebegrip: keuze tussen marktwaarde en bedrijfseconomische waarde
  2. Herwaardering: bepalen van gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen
  3. Winstbepaling: nominalistisch bij gerealiseerde en substantialistisch bij ongerealiseerde waardeveranderingen

Hoe verwerk je de kosten van groot onderhoud en wat is het verschil met de componentenbenadering?

Verwerking van groot onderhoud omvat:
  1. Activeren of costen: afhankelijk van verwachte levensduur
  2. Componentenbenadering: houdt rekening met onderhoudskosten per component

Wanneer wordt een leasecontract als financiële lease of operationele lease verwerkt?

Classificatie gebeurt als volgt:
  1. Financiële lease: wanneer bedrijfsrisico's en voordelen bij de lessee liggen
  2. Operationele lease: als de lessor de risico's en voordelen behoudt

Hoe verwerkt men financiële lease in de jaarrekening?

Verwerking omvat:
  1. Eerste waardering: van het geleasde object tegen huidige waarde
  2. Vervolgwaardering: van zowel object als leaseverplichten

Wat is een sale-and-lease-back?

Dit houdt in:
  1. Verkoop van activa door de lessee aan de lessor
  2. Geleased van de lessor na verkoop
  3. Afhankelijk van classificatie: financiële of operationele lease

Wat is belangrijk bij de informatieverstrekking omtrent leases in de toelichting?

Informatie omvat:
  1. Soorten leasecontracten: operationele en financiële leases
  2. Bijbehorende verplichtingen: financiële leaseverplichtingen in de jaarrekening
  3. Kenmerken van leases: zoals looptijd en voorwaarden

Hoe wordt leasing gedefinieerd in dit hoofdstuk?

Leasing houdt in dat:
  1. De leasemaatschappij (lessor) eigenaar is van het bedrijfsmiddel.
  2. Leasing door de gebruiker (lessee) niet op de balans komt.
Er zijn twee typen leasing: operational lease en financial lease.

Wat gebeurt er bij betaling van een leasetermijn in financial lease?

Bij een leasetermijn geldt:
  1. Splitst het bedrag in een rente- en aflossingsdeel.
  2. Rente gaat naar de resultatenrekening als kosten.
  3. Aflossing vermindert de schuld.
  4. Het is vergelijkbaar met een annuïteitenlening.

Wat is de verwerking bij huurkoop?

Huurkoop wordt als volgt verwerkt:
  1. Vergelijkbaar met financial lease.
  2. Economisch risico ligt bij de gebruiker.
  3. Verwerking van kosten en activa gebeurt als bij financial lease.

Wat zijn de voordelen van operational lease ten opzichte van financial lease?

Operational lease is preferabel omdat:
  1. Het beter is voor solvabiliteitspresentatie.
  2. Het budgetvriendelijker kan zijn.
  3. Het minder impact heeft op de balans.

Wat gebeurt er bij financial lease met verkoopopbrengst en boekwaarde?

Bij financial lease geldt:
  1. Een positief prijsverschil tussen verkoopopbrengst en boekwaarde moet over de lease-periode uitgesmeerd worden (RJ 292.402).
  2. Dit voorkomt directe inkomsten in de resultatenrekening.

Wat is de boekhoudkundige verwerking bij sale-and-lease-back naar operational lease?

De boekhoudkundige verwerking houdt in dat:
  1. Boekresultaat van de transactie direct in de resultatenrekening wordt verantwoord.
  2. Dit geldt als de verkoopprijs gelijk is aan de reële waarde (RJ 292.404).

Wat zijn de belangrijkste wijzigingen die IFRS 16 met zich meebrengt ten opzichte van IAS 17?

De nieuwe regelgeving vereist dat:
  1. Elke meerjarige lease als activum op de balans moet worden opgenomen.
  2. Gelijktijdige passivering van leaseverplichtingen plaatsvindt.
  3. IFRS 16 van toepassing is op elk meerjarig gebruikscontract, niet alleen lease.
  4. RJ aanbeveelt om IASB-voorschriften te volgen als er integrale toepassing is.

Hoe bereken je het totaal af te schrijven bedrag van een duurzaam productiemiddel?

Het bedrag wordt berekend door:
  1. De aanschafprijs te nemen.
  2. De geschatte restwaarde hiervan af te trekken.
  3. De levensduur van het productiemiddel te overwegen.
  4. Te beslissen hoe het afschrijvingsbedrag over de gebruiksjaren verdeeld wordt.

Wat zijn de standaardafschrijvingsmethoden en wat moeten zij schatten?

Bij afschrijvingen worden de volgende methoden gebruikt:
  1. Lineaire methode (vast percentage van aanschafprijs).
  2. Vaste percentage van boekwaarde.
  3. Sum-of-the-year’s-Digitsmethode.
  4. Annuïteitenmethode.
  5. Afschrijvingen naar rato van gebruik.
Schattingen dienen betrekking te hebben op economische levensduur en restwaarde.

Wat is de degressieve afschrijvingsmethode?

Het betreft een methode waarbij de jaarlijkse afschrijvingen dalen naarmate het actief ouder wordt. Belangrijke kenmerken zijn:
  1. Boekwaarde methode of sum-of-the-year's-digits methode.
  2. Stijgende afschrijvingen door annuïteitenmethode worden afgewezen.
  3. Afschrijving kan op gebruik gebaseerd zijn.
  4. Praktisch wordt vaak de lineaire methode toegepast.

Wat zegt de regelgeving over afschrijvingen?

De regelgeving biedt geen specifieke voorschriften voor afschrijvingsmethoden. Hoofdpunten zijn:
  1. RJ 212.426 vereist systematisch afschrijven.
  2. Afschrijving moet over de verwachte gebruiksduur plaatsvinden.

Welke vragen heb je bij de waardering van activa?

Bij waardering van activa spelen twee hoofdvragen een rol:
  1. Welke kosten worden meegenomen in de waardering?
  2. Wat is de prijsgrondslag die wordt gebruikt?

Wat zijn de twee waarderingsgrondslagen voor materiële vaste activa?

De IASB biedt twee grondslagen voor waardering aan:
  1. Historische kosten.
  2. Reële waarde, indien betrouwbaar te bepalen.
  3. RJ staat ook actuele waarde toe (RJ 212.401).

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het vervangingswaardestelsel?

Het vervangingswaardestelsel heeft de volgende kenmerken:
  1. Eliminatie van voorraadresultaten uit de winst
  2. Verwijdering van stille reserves bij waardering
  3. Gebaseerd op vervangingswaarde, de actuele prijs op de inkoopmarkt
  4. Aanpassing van activa waardering bij prijsstijgingen
  5. Splitsing van herwaarderingsreserve in gerealiseerd en ongerealiseerd deel

Hoe wordt het vervangingswaardestelsel besproken in de RJ?

In de RJ wordt het vervangingswaardestelsel gekenmerkt door:
  1. Definitie van actuele waarde als actuele kostprijs.
  2. Afwijkende regels ten opzichte van IASB.
  3. Specifieke verplichtingen bij herwaardering en belastingvoorzieningen.

Wat zijn de verschillen tussen IASB en RJ betreffende actuele waarde?

De verschillen zijn:
  1. IASB beschouwt actuele waarde als reële waarde, terwijl RJ het als actuele kostprijs hanteert.
  2. Herwaarderingsreserve wordt in IASB niet afgeboekt, in RJ wel.
  3. Vrijvallen van herwaarderingsreserve in IASB is niet toegestaan, in RJ wel.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo