Principes van psychofarmacologie

9 belangrijke vragen over Principes van psychofarmacologie

Beoordeel of onderstaande stellingen juist of onjuist zijn.
Stelling 1: De tijd die het kost om een impuls te controleren neemt af met toenemende dosering.
Stelling 2: Volwassenen zijn van zichzelf al veel sneller in impulscontrole dan kinderen.
Stelling 3: Bij kinderen is er een groter effect van methylfenidaat te zien dan bij volwassenen.
Stelling 4: Bij een dosis van 0,4 mg/kg is er bij volwassenen een maximaal effect bereikt.

  • Stelling 1 is juist.
  • Stelling 2 is juist.
  • Stelling 3 is juist.
  • Stelling 4 is onjuist. Het maximale effect is pas bereikt als de dosis-responsecurve volledig horizontaal verloopt.

Welke conclusie kun je op basis van deze grafiek trekken over stof X? Welke stelling is juist?
  1. Deze stof is behoorlijk potent en weinig doelmatig.
  2. Deze stof is behoorlijk doelmatig en weinig potent.
  3. Deze stof is behoorlijk potent en doelmatig.
  4. Deze stof is weinig potent en doelmatig.

  • Stelling 1 is juist

Omschrijf de begrippen potentie en doelmatigheid  aan de hand van cafeïne in het kader van de DRC

  • Bij een relatief geringe toename in de dosering is er al een merkbaar effect: cafeïne is behoorlijk potent
  • Tegelijkertijd is het maximale effect heel snel bereikt, zelfs bij een vijfvoudige dosering wordt het effect niet groter. Daarmee is cafeïne een weinig doelmatige stof
  • Links: cafeïne bloedspiegel, loopt geleidelijk op met toenemende dosering
  • Rechts: prestatie op een aandachtstaak, is meteen maximaal bij de laagste dosering
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Statische en statistische receptorinteractie

  • Statische Interactie
    • Voorspelbare receptorrespons
    • Voorbeeld: D2-receptor blokkade
  • Statistische Interactie
    • Taakgerelateerde effectverandering
    • Voorbeeld: Nicotine-zoekgedrag
  • De 2 stoffen ontmoeten elkaar op de eiwitcomplexen (receptoren)
  • Het effect op het gedrag (PPI) wordt anders onder invloed van de 2e stof
Kanttekening:
  • De hypothese van een receptorinteractie leidt tot de voorspelling van een statische interactie, niet omgekeerd

Omschrijf de begrippen potentie en doelmatigheid  aan de hand van cafeïne in het kader van de DRC

  • Bij een relatief geringe toename in de dosering is er al een merkbaar effect: cafeïne is behoorlijk potent
  • Tegelijkertijd is het maximale effect heel snel bereikt, zelfs bij een vijfvoudige dosering wordt het effect niet groter. Daarmee is cafeïne een weinig doelmatige stof
  • Links: cafeïne bloedspiegel, loopt geleidelijk op met toenemende dosering
  • Rechts: prestatie op een aandachtstaak, is meteen maximaal bij de laagste dosering

Wat is het verschil tussen farmacodynamiek en farmacokinetiek?

  • De werking van een stof of geneesmiddel wordt door drie zaken beïnvloed: de farmacodynamiek, de farmacokinetiek en de interactie tussen deze twee.
  • Farmacodynamiek beschrijft de therapeutische effecten van geneesmiddelen (farmaca) en hun bijwerkingen.
    • De farmacodynamiek beschrijft echter ook waar (het aangrijpingspunt) en hoe (het mechanisme) een geneesmiddel op het lichaam inwerkt.
  • Farmacokinetiek beschrijft de eigenschappen van het tijdsverloop van de concentratie van een bepaald geneesmiddel in het lichaam
  • Het verschil tussen farmacodynamiek en -kinetiek kan dus als volgt worden samengevat: farmacodynamiek is wat het geneesmiddel met het lichaam doet, farmacokinetiek is wat het lichaam met het geneesmiddel doet.

Voorbeelden van Farmacodynamische Effecten van Neurotransmitter - Varenicline


  • Heeft hoge affiniteit voor nicotinereceptor maar lagere doelmatigheid dan nicotine
  • Vermindert totale fysiologische effect van cholinerge transmissie

Voorbeelden van Farmacodynamische Effecten van Neurotransmitter - Cocaïne en Methylfenidaat


  • Hebben hoge affiniteit voor presynaptische dopaminetransporter
  • Hebben geen receptordoelmatigheid
  • Blokkeren slechts de transporter, verhogen beschikbaarheid van dopamine in synaps, leiden tot toename van dopaminerge transmissie

Voorbeelden van Farmacodynamische Effecten van Neurotransmitter Benzodiazepine

  • Binden aan allosterische receptoren op GABAA-receptorcomplex
  • Versterken instroom van Cl- door GABA-kanaal wanneer GABA al gebonden is
  • GABA en alcohol hebben vergelijkbare effecten op het GABA-receptorcomplex

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo