De voorlopige hechtenis van jeugdige verdachten - De opeenvolgende beslissingen over de voorlopige hechtenis - Voorgeleiding in de raadkamer met het bevel tot gevangenhouding

4 belangrijke vragen over De voorlopige hechtenis van jeugdige verdachten - De opeenvolgende beslissingen over de voorlopige hechtenis - Voorgeleiding in de raadkamer met het bevel tot gevangenhouding

Wat gebeurt er na afloop termijn bewaring en indien de OvJ nog steeds noodzakelijk vindt om jeugdige in voorlopige hechtenis te houden?

Als officier van justitie na afloop termijn bewaring nog steeds noodzakelijk vindt om jeugdige in voorlopige hechtenis te houden, kan hij bevel tot gevangenhouding vorderen bij raadkamer van de rechtbank.
Dit bevel > bedoeld voor verdachten die zich in bewaring bevinden > praktijk: reguliere gang van zaken is.

Wanneer wordt bevel tot gevangenneming toegepast?

bevel tot gevangenneming wordt toegepast:
- Bij verdachten die aanvankelijk op vrije voeten zijn gelaten, maar waarvan na aanvang van het onderzoek ter zitting blijkt dat voorlopige hechtenis noodzakelijk is.
- het bevel kan ook worden verleend als dat nodig is om de uitlevering van de verdachte te bewerkstelligen (artikel 65 tweede en derde lid Sv).
- Het bevel wordt voor maximaal 90 dagen verleend en gaat net als de bewaring in vanaf het moment van de tenuitvoerlegging.

Voor welk termijn kan bevel tot gevangenhouding worden verleend en met hoeveel dagen kan dit worden verlengd?

Tot 2005: werd het bevel tot gevangenhouding voor 30 dagen verleend en kon het tweemaal met 30 dagen worden verlengd tot een maximum van 90 dagen.
Die tussentijdse verlenging is nu niet meer verplicht, ook niet meer bij jeugdigen.
- de gevangenhouding kan nu dus ook de eerste keer meteen voor een periode van 90 dagen worden bevolen (artikel 66 eerste en derde lid Sv).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom moet volgens de wetgever wel terughoudend omgegaan te worden met het niet horen van verdachten?

Vanwege belang van contact tussen de rechter en de verdachte moet volgens de wetgever wel terughoudend worden omgegaan met het niet horen van verdachten.
De rechter zou volgens de wetgever goed in staat zij > beoordelen wanneer aanwezigheid van minderjarige gewenst is.
Rechter kan: ook in geval dat er afstand is gedaan > alsnog bevelen dat verdachte voor hem wordt geleid (artikel 65 eerste lid Sv)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo