De buitengerechtelijke afdoening van jeugdstrafzaken - Casusoverleg over de afdoening van jeugdstrafzaken: ZSM en JCO

13 belangrijke vragen over De buitengerechtelijke afdoening van jeugdstrafzaken - Casusoverleg over de afdoening van jeugdstrafzaken: ZSM en JCO

Op welke wijze werd er 'overlegd' in jeugdstrafzaken volgens de wettelijke regeling van 1922?

In jeugdstrafzaken werd overlegd over de afdoening, wat ook werd gestimuleerd door de wetgever.
- Zo had de OvJ volgens de wettelijke regeling van 1922 een machtiging van de kinderrechter nodig als deze voorwaarden aan het sepot wilde verbinden met als doel dat de de kinderrechter en officier van justitie samen zouden overleggen over de nodige en wenselijke maatregelen zoals een ondertoezichtstelling.

Hoe werd er overlegd in jeugdstafzaken vanaf 1954?

De OvJ werd wettelijk verplicht advies bij de Raad in te winnen over persoonlijke omstandigheden om te beoordelen of in de stafzaak kon worden volstaan met een jeugdbeschermingsmaatregel.
- Als OvJ besloot niet te vervolgen, kon deze na overleg met de kinderrechter de zaak aan de Raad voor de Kinderbescherming overlaten om te bezien of eventueel andere maatregelen gewenst waren.
- Als Raad adviseerde om niet te vervolgen, kon de OvJ alleen tot vervolging overgaan met een machtiging van de kinderrechter.

Wat wilde de wetgever voorkomen door middel van dit 'driehoeksoverleg' en wat hield het driehoeksoverleg in?

- Wetgever wilde ongewenste vervolging voorkomen en
- zorgen voor juiste toepassing van jeugdbeschermingsmaatregelen
- Deze wettelijke voorschriften leidden in de praktijk tot het 'driehoeksoverleg', een vooroverleg tussen:
1) Kinderrechter
2) Officier van justitie en
3) Raad voor de Kinderbescherming
Over afdoening van jeugdstrafzaken.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat gebeurde er met het 'driehoeksoverleg' in 1995?

In 1995 werden deze bepalingen geschrapt en verdween dit overleg.

Wat was het argument voor verdwijnen van het driehoeksoverleg in 1995?

- De beslissing in het driehoeksoverleg was niet gebonden aan richtlijnen en daardoor niet ter terechtzitting kon worden getoetst
- Daarbij was het de rechter zelf die de beslissing nam wat zijn onafhankelijke opstelling in gevaar bracht.
- Zonder vooroverleg kon deze zaak ter terechtzitting met meer afstand bekijken en kritische toetsten, terwijl ook de raadsman in dit proces van oordeelsvorming een rol kon krijgen.

Hoe zag het actieprogramma 'Jeugd terecht' het overleg?

- De landelijke invoering was een belangrijk actiepunt in het Actieprogramma aanpak jeugdcriminaliteit 2003-2006 'Jeugd terecht'
- Het programma zag het overleg als een belangrijk instrument om snel te reageren op het gedrag van de jeugdige waardoor deze direct werd geconfronteerd met de consequenties van zijn gedrag.
- Door samenwerking konden doorlooptijden worden verkort en kon de kwaliteit van de afdoening worden verhoogd.
- Het belangrijkste verschil met het driehoeksoverleg is dat de kinderrechter hier niet in betrokken is maar wel de politie.

Waarom kan de pedagogische notie van het jeugdstrafrecht een goede invulling krijgen binnen ZSM?

Doordat de ketenpartners, nu ze daadwerkelijk met elkaar om de tafel zitten meer betekenisvolle interventies kunnen ontwikkelen en toepassen zoals:
1) Herstelprojecten en;
2) bemiddelingsprojecten tussen slachtoffer en dader
Ook kan er meer worden gezocht naar alternatieven

Welke methode is effectiever bij oplossen van een conflict?

Vaak is betrekken van verdachte en zijn omgeving zoals de school, buurt en ouders, veel effectiever bij oplossen van een conflict dan een eenzijdige strafrechtelijke aanpak.
ZSM zou, omdat in de allereerste fase weinig relevante informatie van en over de jeugdige zelf aanwezig is en zaken niet altijd even goed kunnen worden ingeschat, er echter ook voor zorgen dat er meer lichte zaken worden gedagvaard.

Waar worden aangehouden jeugdigen bij aangemeld en volgens welke richtlijn?

Volgens de 'Richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten' worden alle jeugdigen die worden ontboden of aangehouden en worden verdacht van een misdrijf, aangemeld op het afstemmingsoverleg ZSM.
- Als binnen 7 dagen geen afdoeningsbeslissing of beslissing over vervolgstappen kan worden genomen > wordt zaak ingepland op het JCO+.

Watvoor soort zaken komen terecht bij Veiligheidshuis?

- Zaken: complexe en gebiedsgebonden problematiek en/of een persoonsgebonden aanpak in combinatie met ketenoverstijgende problematiek > aangeboden aan het Veiligheidshuis.

Welke partners worden betrokken bij het Veiligheidshuis?

- Naast ZSM-partner

- Andere voor casus relevante partners betrokken:
1) Gemeente
2) School
3) Woningbouwvereniging en
4) Jeugd- en gezinsbeschermers.
Info mag alleen worden gedeeld voor zover noodzakelijk is voor uitvoering taak.

Hoe worden de doorlooptijden verkort?

- ZSM-overleg wordt dagelijks georganiseerd
- Wordt zoveel mogelijk gelijktijdig gewerkt en op de kortst mogelijke termijnen gepland.

Waar streeft het openbaar ministerie naar qua termijn voor beoordeling?

Het openbaar ministerie streeft ernaar om binnen 40 dagen na het eerste verhoor een beoordeling te geven over overdracht, sepot, strafbeschikking, transactie en voeging, en doet dat uiterlijk binnen 3 maanden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo