Samenvatting: Longitudinaal Onderzoek - Pb1712222333

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Longitudinaal Onderzoek - PB1712222333

• 1 Inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de ESM (Experience Sampling Method) ofwel intensieve longitudinale designs?

  Een dataverzamelings methode die longitudinale data oplevert. Er wordt dan meestal meerdere keren op willekeurige momenten per dag een kort vragenlijstje afgenomen gedurende een aantal dagen.

• 1.1 Longitudinale onderzoekdesigns

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Op welke manieren kan longitudinale onderzoeksdesign opgedeeld worden?

  • Experimenteel vs. Observationeel
    
  • Intensief vs. Extensief
  • Ontwikkeling over tijd vs. Fluctuaties in de tijd
  • Specifieke vormen van longitudinaal onderzoek

• Leg uit wat er wordt bedoeld met het feit dat er een statistisch significant verband moet zijn tussen predictor en afhankelijke variabelen.

  Dat deze ongelijk is aan 0. Als de steekproef maar groot genoeg is wordt elke afwijking van nul, hoe klein ook, in de steekproef significant. Om te zien of een verband voldoende sterk is of relevant moet naar de grote van het effect worden gekeken.

• 1.1.2 Intensieve vs. extensieve

• Beschrijf intensieve longitudinale dataverzameling:

  • er zijn dan vaak meerdere metingen per dag
  • vaak van korte duur
  • tegenkomen onder de namen experience sampling method (ESM) of ecological momentary assessment (EMA)

• Beschrijf extensieve longitudinale dataverzameling:

  als de metingen minder vaak plaatsvinden, bijvoorbeeld één keer per week, maand of jaar.

• 1.1.5 Hoofdstuk 1

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Beschrijf de 3 extra eisen aan metriek, validiteit en precisie van de uitkomsten bij longitudinaal onderzoek

  1. De metriek waarin de uitkomst wordt gemeten in de tijd moet worden behouden; uitkomstscores moeten in de tijd vergelijkbaar zijn
     
  2. Uitkomsten moeten even geldig zijn op alle meetmomenten; is het elke moment (even) valide?
  3. De precisie van je uitkomst in de tijd behouden; hangt af van het aantal en de spreiding van de golven van gegevensverzameling

• 1.2 Longitudinale modellen

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn auto-regressieve verbanden?

  verbanden tussen dezelfde variabelen (blauwe pijlen), gemeten op verschillende tijdstippen (bijvoorbeeld tussen X1, X2 en X3). Hierbij gaat het om regressie van variabelen met zichzelf (op een ander tijdstip)

• Wat is een cross- lagged verband??

  De verbanden die vooral van belang zijn in een onderzoek worden cross-lagged-verbanden genoemd (zwarte pijlen). Hierbij gaat het om verbanden tussen verschillende variabelen op verschillende tijdstippen, bijvoorbeeld tussen X1 en M2. Ook hier wordt een richting verondersteld. De pijl loopt altijd in de richting van de meest recent gemeten variabele.

• Wat wordt er bedoeld met een conceptueel model behorend bij een driedimensionaal databel? Welke drie dimensies zijn er?

  Dimensie 1: N = aantal deelnemers
  Dimensie 2: K = aantal variabelen
  Dimensie 3 : T = tijdsdimensie / aantal metingen

• 1.2.3 Causaliteit

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Aan welke 3 voorwaarden moet zijn voldaan om causale conclusies te trekken

  1. Er is een relatie tussen de beoogde oorzaak (onafh.var.) en het beoogde gevolg (afh.var.)
     
  2. De beoogde oorzaak gaat vooraf aan het beoogde gevolg
  3. Er zijn geen alternatieve variabelen (derde variabelen of zogenaamde cofounders) die de relatie verstoren