Samenvatting: Constitutioneel Recht | 9789013148763 | C A J M Kortmann

Samenvatting: Constitutioneel Recht | 9789013148763 | C A J M Kortmann Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Constitutioneel recht | 9789013148763 | C. A. J. M. Kortmann

  • 1 Blok 1 kenmerken en grondslagen gedecentraliseerde

  • 1.3 Staatsvormen en regeringsvormen

    Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer spreekt men van een monarchie en wanneer van een republiek?Kan een monarchie gewijzigd worden in een republiek? En een republiek in een monarchie?

    1. Als de aanwijzing van het staatshoofd geschiedt krachtens erfopvolging is sprake van een monarchie. Wordt het staatshoofd op een andere wijze aangewezen, dan spreekt men van een republiek.
    2. Ja, de constitutie van een staat regelt of een staat republikeins dan wel monarchaal is. Wijziging van een monarchie in een republiek of vice versa is derhalve mogelijk bij wijziging van de constitutie. Zo was Nederland een republiek totdat bij de Constitutie van 1806 (onder zware pressie van Frankrijk) werd overgegaan tot een monarch als staatshoofd.
  • 1.4 De Nederlandse gedecentraliseerde eenheidsstaat

    Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Stelling 1Regionaal bestuur is in de Nederlandse gedecentraliseerde eenheidsstaat ingevolge de Grondwet niet mogelijk.Stelling 2Decentralisatie en deconcentratie zijn vormen van verticale bevoegdheidsspreiding in de Nederlandse gedecentraliseerde eenheidsstaat.

    1 en 2 zijn onjuist.
  • 2 Blok 2 Centrale en decentrale overheid

  • 2.1 De staat volgens het volkenrecht

    Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe kunnen staten ontstaan en tenietgaan?

    • Een bestaande staat deelt zich op in kleinere staten;
    • twee of meer staten gaan op in één staat;
    • een staat ontstaat op een territoir met een bevolking, dat daarvoor niet onder enige staat viel (theoretische mogelijkheid).
    Het ontstaan en tenietgaan van staten valt niet samen met het ontstaan en tenietgaan van een bepaalde nationale overheid.
  • 2.2 De erkenning van staten

  • Wat houdt erkenning van staten in?

    • Erkenning van een staat geschiedt door een of meer andere staten. Deze erkenning vindt plaats door gedragingen van een of meer staten, waaruit blijkt dat zij de (te erkennen) staat beschouwen als een subject van volkenrecht.
    • De vraag van de erkenning van een staat hangt in hoge mate af van de nationale en internationale politieke verhoudingen.
  • 3 Blok 3 Regelgeving

  • 3.2 Staats- en regeringsvorm

  • Wat houdt de staatsvorm van de Republiek der Verenigde Nederlanden tot aan de Franse overheersing in?

    Er was sprake van een losse confederatie van grotendeels zelfstandige, 'soevereine' provincies. Alleen de regeling en het bestuur van de generaliteitslanden werden rechtstreeks geregeerd.
  • 3.3 De Unie

  • Welke ambten waren belangrijk binnen de Unie?

    • De Staten-Generaal: zitting door afgevaardigden van de gewestelijke staten, besloten over oorlog en vrede, over de daarmee verbonden financiën en over verdragen.
    • De stadhouder: ieder gewest bezat een eigen stadhouder, formeel een ambtenaar, benoemd door de provinciale staten.
    • De raadpensionaris: ambtenaar van de staten, speelde een rol bij het dagelijkse buitenlandse beleid.
    • De Raad van State: bestaande uit afgevaardigden van de staten, had een administratieve en financiële beheersfunctie met betrekking tot het leger, voerde een deel van het bestuur over de generaliteitslanden.
    • De Rekenkamer: hield toezicht op het financiële beheer van de Unie.
  • 3.4 De provincies

  • Hoe waren de provincies ingericht ten tijde van de Republiek?

    • Provincies kenden geen gelijkvormige structuur. Ze bezaten wel allemaal een college van provinciale staten met wisselende samenstelling.
    • De stadhouders bezaten de nodige macht. Hij was legeraanvoerder, belast met de handhaving van de openbare orde en met de aanstelling van een aantal ambtenaren.
    • Er was ook een college van gecommitteerde of van gedeputeerde staten, die belast waren met het dagelijks bestuur.
    • Er was provinciaal en lokaal burgerlijk recht en strafrecht, waarmee de inrichting van de rechtspraak correspondeerde.
  • Wat zijn de voor- en nadelen van het constitutionele bestel van de Republiek?

    • Voordelen: 
      • afwezigheid van absolutisme en totalitarisme;
      • het ontbreken van een sterke militaire macht in de interne verhoudingen;
      • de mogelijkheid tot het ontstaan en voortduren van politiek en maatschappelijk pluralisme.
    • Nadelen:
      • de besluitvorming verliep traag;
      • rechtseenheid ontbrak in hoge mate;
      • de positie van het land in de externe verhoudingen nam, mede als gevolg van de geringe slagvaardigheid, in betekenis af.
  • 4 Blok 4 Bestuur en Rechtspraak

  • 4.3 De attribuerende functie

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat houdt de geattribueerde bevoegdheid tot uitvoering in?

    Deze bevoegdheid houdt in beginsel niet de bevoegdheid tot vaststelling van burgers bindende, extern werkende regels in. Zij is beperkt tot het geven van interne regels, van beschikkingen en het verrichten van feitelijke handelingen.
  • 4.4.1 Historie

  • Wat houdt de scheiding van machten in?

    • In dit concept van de trias politica worden de overheidsbevoegdheden in drie categorieën verdeeld (wetgeving, bestuur/uitvoering, rechtspraak) en verdeeld over drie machten:
      • de wetgever,
      • de uitvoerende macht, en
      • de rechterlijke macht.
    • Het oogmerk van de trias politica is het voorkomen van machtsopeenhoping in één hand of bij één orgaan, teneinde machtsmisbruik te kunnen voorkomen. 
    • Aan het concept van de scheiding van machten wordt vaak toegevoegd dat er niet alleen een scheiding dient te zijn, maar dat de drie machten elkaar ook dienen te controleren: de 'checks and balances'.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart