Samenvatting: Bt3 - Colleges En Artikelen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van BT3 - Colleges en artikelen

• 2 Artikel - Integraal arrangeren in complexe situaties

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de taken van onderwijs bij ontwikkelingsrisico's bij de leerling?

  • Zorgen voor een passende onderwijsplek (iom samenwerkingsverband)
  • Individueel plan maken voor ll met intensieve zorgvraag (in een OPP= ontwikkelingsperspectiefplan of in een groeiplan) en afstemmen met ouders

• Wat is 'onderschrijding onderwijstijd'?

  Wanneer ll tijdelijk niet volledig naar school kan er iom inspectie toestemming gegeven worden niet/minder naar school te gaan. Voorwaarde is dat er gewerkt wordt aan plan (OPP/groeiplan). Max is 2 jaar.

• De gemeenten hebben 4 zorgtaken als het gaat om zorg in aansluiting met het onderwijs:

  1. Publieke zorg via de JGZ en GGD
     
  2. Leerplicht
  3. Jeugdhulp, gezinsplan en PGB
  4. Leerlingvervoer

  
  Inhoudelijk is het vaak lastig te bepalen of er sprake is van onderwijsbegeleiding of jeugdhulpbegeleiding. Daarom is integraal arrangeren erg belangrijk. Samen bepaal je dan wie wat doet. 

• Inhoudelijk is vaak lastig te bepalen wat gaat helpen voor een kind. Integraal arrangeren is een planmatige werkwijze (Plan, Do, Check, Act). Ondanks dat niet bekend is of het gaat om onderwijs- of jeugdhulpprobleem maken verschillende partijen samen een plan. Welke partijen zijn dit zoal?

  JGZ
  Leerplicht
  Ouders
  Medewerker wijkteam
  Samenwerkingsverband

• 3 Samenwerkingsmodel en samenwerkingsmatrix

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Samenwerkingsmatrix bestaat uit 4 acties en 4 aandachtspunten in de samenwerking. Noem deze.

  Acties:
  

  1. Overzicht creëren
  2. Reflecteren
     
  3. Communiceren
     
  4. Bijsturen

  Aandachtspunten:
  

  1. De taak: wat is het doel, eindproduct?
  2. De manier van werken: werkproces, taakverdeling, planning
     
  3. De werksfeer: vertrouwen, constructieve houding
     
  4. De aansturing: organisatie en aansturing, verwachtingen
     

• 4 Wettelijke kaders en financiering

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• OZA en financiering (KVT!)Er zijn verschillende vormen die bepalen welke soort OZA je gaat inzetten. Dit kan individueel of collectief zijn. Leg uit en noem de 6 vormen van financiering hierbij.

  Individueel: uitgaven kunnen tot een individueel kind herleid worden
  Collectief: uitgaven kunnen niet tot een individueel kind herleid worden.
  6 vormen:
  

  1. Productiefinanciering (individueel)
  2. Trajectfinanciering (individueel)
  3. Resultaatfinanciering (individueel)
  4. Beschikbaarheidsfinanciering (collectief)
  5. Doelgroepfinanciering (collectief)
  6. Populatiefinanciering (collectief)  

  (Het is een verantwoording richting geldverstrekkers. Je doet een aanvraag bij samenwerkingsorgaan en kijkt wat passend is. Je kunt vaak al automatisch gebruik maken van de collectieve vormen, omdat dit al bestaat)

• Wat zijn de doelgroepen bij een OZA?

  • Meer- of hoogbegaafde kinderen met een stoornis in het autisme

  • Spectrumkinderen met een schoolfobie

  • Kinderen met een cluster 3-indicatie (ZML) en ernstige gedragsproblemen

  • Kinderen met een cluster 4-indicatie en zeer complexe gedragsproblemen

  • Kinderen met ernstige verstandelijke beperkingen (IQ lager dan 35) die recht op onderwijs hebben, maar die meer zorg nodig hebben dan het Speciaal Onderwijs kan bieden.

  • Meervoudig gehandicapt
    

• In de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp is integraal arrangeren een belangrijk onderdeel. Wat betekent dit en op welke 3 niveaus komt dit voor?

  Kennis, inzichten en activiteiten worden samengebracht rondom een leerling en zijn gezin.
  
  3 niveaus:
  

  1. Uitvoeringsniveau
  2. Beleidsniveau
     
  3. Bestuurlijk niveau en politiek niveau
     
     

• Ook moet er integraal gekeken worden. Leg uit op welke 3 terreinen dit gedaan moet worden.

  1. Naar het kind: holistisch (hoofd, hart, handen)
  2. Naar de leefomgeving: levensdomeinen (ook netwerk ouders)
  3. Naar de middelen: financiën, wetgeving, budgetten, professionals
  De SWV (samenwerkingsverbanden) beheren de budgetten.

• Wat is het verschil tussen een multidisciplinair overleg en een Zorg Breedte Overleg?

  Bij MDO zijn verschillende disciplines aanwezig, bij ZBO veelal dezelfde disciplines, maar is niet altijd het geval. Soms ook net hoe een organisatie dit noemt.